Nederlandse bedrijven optimistisch; vertrouwen in Verenigd Koninkrijk daalt
20 november 2017 -
Nieuwe cijfers uit het International Business Report (IBR) van Grant Thornton laten zien dat hoewel het ondernemersvertrouwen in de eurozone hoog blijft, groeiende onzekerheid het zakelijk optimisme in het Verenigd Koninkrijk hard raakt.
De nieuwe cijfers worden openbaar gemaakt de dag nadat werkgeversorganisaties uit heel Europa in Londen aan tafel zaten bij premier May en brexit-minister David Davis om hun bezorgdheid over de onderhandelingen, die muurvast zitten, te uiten.
Positieve vooruitzichten voor bedrijven in de Eurozone
Het vooruitzicht voor bedrijven in de eurozone blijft in Q3-2017 positief. Optimisme staat op netto 57 procent, net onder de 58 procent in Q2. Het positieve sentiment was de laatste twee kwartalen op een dusdanig hoog niveau dat wij sinds het begin van onze enquête in 2003 niet eerder hebben gezien. Het Nederlands optimisme blijft hoog op 88 procent. Het CBS maakte op 14 november jl. bekend dat het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal met 0,4 procent is gestegen ten opzichte van een kwartaal eerder. Het bbp steeg minder sterk dan in het tweede kwartaal, maar toen was de groei met 1,5 procent ook uitzonderlijk hoog. De groei van het bbp in de eurozone nam in Q2-2017 zelfs het snelst toe sinds 2011. De stijging van het optimisme in drie Europese landen bewijst dat het Europees herstel zich verder uitbreidt. Het optimisme in Italië steeg van netto 34 procent in Q2-2017 naar 48procent in Q3. In Griekenland steeg het met 18pp naar -vier procent en ook Ierland zag een stijging, van 4pp naar 64 procent.
Optimisme in het VK op zijn laagst sinds Q1-2013
Cijfers van het Britse ondernemersvertrouwen vormen een schril contrast met de eurozone. Het optimisme onder zakelijke leiders in het Verenigd Koninkrijk is op zijn laagst sinds Q1-2013, met een daling van 13pp naar negen procent. Ondanks deze aanhoudende verslechtering blijven de omzetverwachtingen veerkrachtig (stijging van 3pp naar 52 procent). Opvallend is dat Britse bedrijven er vertrouwen in hebben dat de verkoopprijzen voor hun goederen en diensten de komende twaalf maanden kunnen stijgen. Met een stijging van 32 procent in Q2-2017 naar 45 procent, 5pp hoger dan de verwachting van Nederlandse ondernemingen. Naast exportverwachtingen –op een tweejarige recordhoogte van 23 procent– blijven veel van de onderliggende indicatoren die door Britse bedrijven worden gemeld robuust.
Marcel Welsink, CFO en lid van de raad van bestuur bij Grant Thornton, zegt hierover het volgende:
"Beleidsmakers hebben een periode van onrust veroorzaakt voor zakelijke leiders in het Verenigd Koninkrijk en hun Europese handelspartners. De Brexit-onderhandelingen verlopen traag en zijn langdurig geworden. Hier komt nog bij dat de Europees Centrale Bank in 2018 mogelijk het opkoopbeleid inperkt, wat kan zorgen voor hogere rentes. Doordat Britse bedrijven vastzitten in een periode waarin ze moeten afwachten, daalt het vertrouwen. Al zijn Britse bedrijven over het algemeen positief over de omzet en hebben ze vertrouwen dat zij prijsverhogingen kunnen doorberekenen aan hun klanten. Zodra de politiek open kaart speelt en een beeld kan geven van hoe het handelsmilieu er na de Brexit uitziet, zijn bedrijven goed gepositioneerd voor groei. De vraag voor de economie van het Verenigd Koninkrijk, maar zeker ook Europa en Nederland is: hoe lang moet men nog wachten?"
Duitsland en Spanje tonen opvallend lagere omzetverwachtingen
Ondanks dat het optimisme in de eurozone relatief breed gedragen wordt is het niet uniform. Duitsland en Spanje hebben beide een tegenslag moeten verwerken in Q3-2017. Het optimisme in Duitsland daalde in vergelijking met Q2 met 8pp naar 68 procent en in Spanje met 25pp naar 45 procent. Beide landen laten ook opvallend lagere omzetverwachtingen zien, met een respectievelijke daling van 25pp en 12pp. Verontrustender voor de Duitse economie is dat de exportverwachtingen ook gedaald zijn met 11pp naar twintig procent. De Duitse exportzorgen zijn deels te wijten aan China – een belangrijke exportmarkt voor Duitse kapitaalgoederen. Hier zijn in het laatste kwartaal de investeringsvooruitzichten in machines en installaties gedaald (met 14pp naar tien procent).
Nederlandse respondenten verwachten een daling in de export
Ook de Nederlandse respondenten verwachten een daling van de export voor de komende twaalf maanden (met 10pp naar 30 procent). Dit houdt verband met de daling van het het optimisme in de voor Nederland belangrijke exportbestemmingen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Toch geeft de daling in de Nederlandse exportverwachting een vertekend beeld met de op 14 november jl. verschenen kwartaalrapportage van het CBS. CBS rapporteert een groei van zes procent van de uitvoer van goederen en diensten in Q3- 2017 ten opzichte van het derde kwartaal 2016. Volgens de CBS Exportradar is vooral het oordeel van Europese ondernemers over de buitenlandse orders en het Europese en Duitse producentenvertrouwen verbeterd. Dit maakt de omstandigheden voor de export in november gunstiger dan in september.
"Politieke veranderingen in Europa hebben zakelijke leiders het afgelopen kwartaal verontrust. De Duitse verkiezingen, waarbij Angela Merkel haar kanselierschap behield, de aanhoudende discussie over Catalaanse onafhankelijkheid in Spanje en de Brexit onderhandelingen die muurvast zitten hebben overduidelijk reden tot zorg veroorzaakt. Nu het verkiezingsresultaat in Duitsland is bezonken, verwachten wij dat het vertrouwen weer opleeft in het laatste kwartaal van 2017. Desondanks houden Duitse exporteurs de vraag vanuit China in de gaten, nu investeringen in kapitaalgoederen zijn afgezwakt. Met de aanhoudende complexe politieke situatie in Spanje en de naderende eerste deadline van de EU voor de Britten om op 24 november a.s. een scheidingsrekening te presenteren, lijkt het erop dat de onzekerheid nog even aanhoudt."