Nederlandse werknemer is het vaker eens met baas dan Europese collega
6 oktober 2017 -
Nederlandse werknemers kunnen het op veel fronten goed vinden met hun baas ten opzichte van hun Europese collega’s. In vergelijking met andere Europese landen is in Nederland een kleinere kloof tussen de meningen en verwachtingen van werknemers en werkgevers.
Nederlandse werknemers zijn positiever en hebben vaker het gevoel dat aan hun verwachtingen wordt voldaan.
Grotere krapte
Naarmate de werkloosheid daalt en de krapte op de Europese arbeidsmarkt toeneemt, ontstaat een steeds groter verschil tussen hoe werknemers en werkgevers over hun werkomgeving denken. Europese werknemers leggen de nadruk op de dagelijkse factoren die hun werk beïnvloeden (ik-mentaliteit), terwijl werkgevers zich meer richten op het grotere plaatje (ons-mentaliteit). Deze kloof in mentaliteit is steeds vaker bepalend in de keuze van werknemers om wel of niet bij een bedrijf te blijven werken.
Dit blijkt uit het onderzoek ‘The Evolution of Work’ van het ADP Research Institute, een mondiaal onderzoek naar werktrends onder meer dan 2.000 werkgevers en werknemers in dertien landen.
Nederlanders meest optimistisch
Nederlanders komen uit het onderzoek als ‘optimistische denkers’ en vormen over de gehele linie een uitzondering op collega’s uit andere landen. Werknemers en werkgevers zijn het in Nederland relatief vaak met elkaar eens. Zo heeft volgens 73 procent van de Nederlandse werknemers hun bedrijf een sterke reputatie, ten opzichte van 72 procent van de werkgevers. Nederland is daarmee het enige land waar werknemers en werkgevers de reputatie van het bedrijf ongeveer gelijk beoordelen. In andere Europese landen beoordelen werkgevers zichzelf op dit aspect en op andere criteria in het algemeen veel hoger dan hun werknemers.
Talentontwikkeling voor verbetering vatbaar
De kloof tussen werkgevers en werknemers in Europa is het grootst op het gebied van talentmanagement. Werkgevers denken het veel beter te doen dan werknemers over het algemeen vinden. Minder dan de helft van de werknemers geeft een goede beoordeling op het gebied van talentmanagement, waaronder performance management. Slechts 38 procent van de medewerkers denken dat hun werkgevers goed presteren, tegenover 65 procent van de werkgevers zelf.
Medewerkers zijn sceptisch en betwijfelen of ze een duidelijk pad hebben voor ontwikkeling of dat ze beloond worden voor het ontwikkelen van hun vaardigheden. Slechts 40 procent van de Europese werknemers geeft aan dat ze een duidelijke ontwikkelingsroute hebben bij hun bedrijf, in vergelijking met 68 procent van de werkgevers. Nederlandse en Duitse werknemers zijn daarentegen wel positief over carrièreontwikkeling, beoordelingsgesprekken en werving bij hun werkgevers.
Nederlanders voelen zich het meest nuttig; Britten het minst
Een andere belangrijke bevinding uit het ADP-onderzoek is dat Europese werknemers zich relatief minder gewaardeerd voelen ten opzichte van werknemers buiten Europa. Op dit vlak verschillen de Europese landen onderling flink van elkaar. Zo voelt slechts 38 procent van de Britse werknemers en 23 procent van de Franse werknemers zich gewaardeerd op het werk, tegenover 56 procent van de Duitsers en 50 procent van de Nederlanders.
Naast waardering, speelt nuttig zijn een belangrijke rol in werkbeleving. Nederlandse werknemers voeren daarin de boventoon in Europa: 65 procent voelt zich nuttig op zijn werk. In het Verenigd Koninkrijk is dit slechts 46 procent. In alle Europese landen overschatten werkgevers hoe gewaardeerd hun werknemers zich voelen. Een kloof die impact zou kunnen hebben op het behoud van personeel. Wereldwijd geeft 82 procent van de werknemers namelijk aan een belangrijke rol te willen spelen in het bedrijf. "Gewaardeerd voelen lijkt een belangrijke factor in werktevredenheid en één waar werkgevers veel ruimte voor verbetering hebben in vergelijking met andere emotionele maatregelen zoals loyaliteit, betrokkenheid en vertrouwen," stelt Ahu Yildirmaz, mede-hoofd van het ADP Research Institute.
"Het voldoen aan de verwachtingen van werknemers speelt een steeds grotere rol in het behouden van personeel," zegt Yildirmaz. "Werknemers geven aan dat ze eerder bij een bedrijf blijven als hun werkervaringen tijdens het vervullen van hun functie overeenkomen met de verwachtingen die ze hadden tijdens hun sollicitatie, en als ze zien hoe hun functie bijdraagt aan de bedrijfsdoelstellingen. Wanneer er niet voldaan wordt aan deze verwachtingen, denken werknemers al snel aan het switchen van baan. Het zou werkgevers dan ook zorgen moeten baren dat 43 procent van de Europese werknemers aangeeft dat er niet aan hun verwachtingen wordt voldaan."