15 maart 2004 -
Werkgevers kunnen voortaan aan hun personeel een vast bedrag uitkeren ter vergoeding van reiskosten in het woon-werkverkeer. Ze hoeven niet steeds alle declaraties te controleren.
Dat heeft staatssecretaris Wijn van Financiën gisteren bekendgemaakt.
Ook ziekte- en verlofdagen Volgens een besluit dat de staatssecretaris heeft gepubliceerd, mag een werkgever ook bij een ziekte- of verlofdag gewoon de vaste reiskostenvergoeding blijven vergoeden. Omdat zo alleen achteraf een nacalculatie hoeft plaats te vinden, hebben werkgevers aanzienlijk minder administratiekosten.
Standaard vergoeding In het nieuwe belastingplan, dat sinds 1 januari 2004 van kracht is, geldt voor woon-werkverkeer ongeacht de afstand een onbelaste kilometervergoeding van 18 eurocent. Dit is een aanzienlijke vereenvoudiging vergeleken met het oude stelsel, dat uitging van staffelgewijze heffing. In de oorspronkelijke plannen ging het kabinet er echter vanuit dat werkgevers de vergoeding per dag zouden vaststellen. Dit leverde alsnog een aanzienlijke administratieve belasting op.
206 reisdagen Wijn komt werkgevers nu tegemoet door een standaardregeling goed te keuren. Het jaarlijkse vaste bedrag dat de werkgever uit kan keren, wordt daarin samengesteld door het aantal reguliere werkdagen per jaar (260 dagen) te verminderen met het gemiddelde aantal dagen voor vakantie, ziekte en verlof (54 dagen). Deze uitkomst wordt vermenigvuldigd met de totale reisafstand van de werknemer (maximaal 150 kilometer) en daarna met de wettelijk toegestane kilometervergoeding van 18 eurocent. De staatssecretaris wijst er wel op dat de vergoeding niet teveel mag afwijken van de werkelijke kosten.