Nederland investeert te weinig in basis digitale samenleving
7 september 2017 -
De bodems van onze datascience-pizza’s zijn vrijwel uitsluitend in handen van Amerikaanse bedrijven, waarschuwt Wil van der Aalst in het augustusnummer van AG Connect.
Nederland creëert zo een digitale samenleving die te veel afhankelijk is van anderen.
De Nederlandse hoogleraar Van der Aalst sleepte recent de meest waardevolle Duitse wetenschapsprijs binnen - de Alexander von Humboldt-beurs. De wereldwijd gerespecteerde Datascience-expert benadrukt dat Datascience (in de volksmond vaak Big Data) geweldig veel nieuwe kansen biedt. Hij vergelijkt het maken van een IT-toepassing gebaseerd op Big Data, met het bakken van een pizza: het gaat niet alleen om de toppings, ook de bodem is belangrijk. In dit geval bestaat de bodem onder meer uit databases, machine-learning/data-miningtechnieken en gedistribueerde infrastructuren. "We gaan er te gemakkelijk vanuit dat we een bodem van elders, vaak Amerika, kunnen gebruiken. Op deze manier creëren we een ‘bodemloze’ digitale samenleving waar we afhankelijk zijn van anderen," stelt Wil van der Aalst in AG Connect.
Eigen alternatieven
"In China is men zich bewust van het gevaar dat de vijf meest waardevolle bedrijven van Amerikaanse bodem zijn, sterk data-georiënteerd en eigenaar van een of meer platformen. Daarom probeert men Chinese alternatieven te creëren. Voorbeelden zijn Alibaba en Tencent," stelt Van der Aalst.
De Nederlandse overheid lijkt dit gevaar niet te zien. Van der Aalst pleit daarom in AG Connect voor meer aandacht bij de overheid voor IT-onderzoek. Maar ook het bedrijfsleven laat kansen liggen, vindt hij. "Door te investeren in groene datascience kunnen we twee vliegen in een klap slaan. Enerzijds creëert het een kans om zelf weer datasciencebodems te ontwikkelen. Anderzijds is het verantwoord gebruik van data cruciaal voor onze samenleving."
Merkwaardig dat IT altijd in ondergeschikte rol wordt geplaatst
Van der Aalst vindt dat de financiering van IT-onderzoek in Nederland ver achterblijft bij andere landen. Hij noemt het "merkwaardig dat IT geen topsector is en altijd in een ondergeschikte rol wordt geplaatst."
Hij voert aan dat het ontstaan van veel nu snelgroeiende databedrijven direct gekoppeld kan worden aan wetenschappelijk onderzoek. Google-oprichters Larry Page en Sergey Brin ontwikkelden bijvoorbeeld hun eerste ideeën tijdens nooit afgemaakte promotietrajecten aan Stanford. Op datasciencegebied zien we dan ook een dominantie van de Amerikaanse universiteiten. Iedereen in de top tien van meest geciteerde onderzoekers op IT-gebied is verbonden aan Amerikaanse universiteiten (zie www.guide2research.com). In de top 250 staat slechts één Nederlander (namelijk Van der Aalst zelf, op plaats dertien).