5 september 2017 -
Het gaat niet goed met de vertegenwoordiging van allochtone medewerkers in ondernemingsraden, de inspraakorganen bij bedrijven en instellingen. Ongeveer twintig procent van de medewerkers in organisaties heeft volgens het CBS een westerse of niet westerse migratieachtergrond.
Een licht groeiend aandeel daarvan stelt zich kandidaat voor de OR. Was bij de voorlaatste OR-verkiezingen 8,6 procent van de kandidaten voor het lidmaatschap van de OR allochtoon, bij de meest recente is dat percentage gestegen tot 9,2 procent. Helaas heeft dit (nog) geen effect op het aantal allochtonen dat daadwerkelijk gekozen is en zitting neemt in de OR. Dat aantal is de afgelopen twee jaar zelfs gedaald: van 7,2 procent naar 6,5 procent. Allochtonen worden dus steeds minder vertegenwoordigd in de OR, ook al groeit deze groep en stellen ze zich - hoewel nog te weinig – vaker kandidaat. Dat blijkt uit het OR Trendonderzoek 2017, een peiling onder bijna 900 OR’en van Performa.
OR voornamelijk bevolkt door 40-plussers
Ook jongeren en vrouwen worden te weinig vertegenwoordigd in de ondernemingsraad. Gelukkig gaat het wel de goede kant op met deze groepen, al is dat schoorvoetend. Tussen 2015 en 2017 groeide het aandeel jongeren (<35 jaar) met een procentpunt, net als het aandeel 55-plussers. De middengroep is daarmee nog steeds oververtegenwoordigd: zij maken 45 procent van de werkzame beroepsbevolking uit, maar bezetten momenteel 61 procent van de OR-zetels. Het aandeel vrouwen in de OR groeide tussen 2015 en 2017 met 0,7 procent.
Proactief beleid
Zonder proactief beleid duurt het nog decennia voordat de OR is omgebouwd tot een representatief, ‘inclusief’ medezeggenschapsorgaan. Het is belangrijk dat zowel bestuurder als OR bij kandidaatstelling voor de OR en bij de OR-verkiezingen zelf proberen alle medewerkers, man of vrouw, jong of oud, allochtoon of autochtoon mee te laten doen.