WerkZorgBerekenaar helpt bij financiële keuze tussen meer of minder werken
6 juni 2017 -
Een dagje meer of minder werken, wat betekent dat voor mijn portemonnee? Met de online rekentool WerkZorgBerekenaar is dit nu eenvoudig uit te rekenen.
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft de tool ontwikkeld in samenwerking met WOMEN Inc., hét vrouwennetwerk dat de positie van vrouwen in Nederland versterkt. De tool laat zien wat het netto betekent om meer of minder te gaan werken. Bij driekwart van de stellen tussen 25 en 49 jaar met jonge kinderen (76 procent) werkt de een fulltime en de ander parttime of niet. Voor veel stellen is het financieel gezien gunstiger als beiden parttime zouden werken. Op dit moment doet slechts acht procent van hen dat. Ook voor alleenverdieners rekent de WerkZorgberekenaar uit wat de financiële gevolgen zijn van meer of minder werken.
Blijven werken loont
De meeste ouders zijn anderhalfverdieners, een fulltimebaan voor hem en een halve baan voor haar. Bij achttien procent van de stellen tussen de 25 en 49 jaar met minderjarige kinderen werkt de man wel en de vrouw niet. Vaak is het de minstverdienende die stopt met werken als er kinderen komen, maar financieel gezien kunnen veel gezinnen erop vooruit gaan als beide partners werk en zorg anders verdelen en beiden (parttime) gaan werken. Dit komt onder andere door de hogere algemene heffingskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting die de minstverdienende partner krijgt. Dit ziet u niet direct terug op de salarisstrook, maar pas aan het eind van het jaar bij de belastingaangifte. De WerkZorgBerekenaar laat het effect van dit soort heffingskortingen wel zien, waardoor u direct ziet wat financieel gezien de gunstigste arbeidsverdeling is.
Voorbeeld van beiden vier dagen werken
Ines en Frans hebben twee kinderen van één en drie jaar. Ines werkt 24 uur en verdient 1440 euro bruto per maand. Frans werkt 40 uur en verdient 2855 bruto per maand (dit is modaal). Als beiden 32 uur zouden gaan werken zouden zij er maandelijks 85 euro netto op vooruit gaan. Jaarlijks is dat een bedrag van 1020 euro. Dat het financieel gezien gunstiger is om beiden 32 uur te werken, komt door de hogere algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting die de belastingdienst berekent. Ook ontvangen Ines en Frans dan meer kinderopvangtoeslag.
Saskia de Hoog, expert arbeidsmarkt bij WOMEN Inc. over de verdeling van werk en zorg: "Hoewel de helft van alle Nederlanders werk en zorg het liefst gelijk verdeelt, doet slechts achttien procent dit. Ouders laten zich in hun keuze leiden door onvolledige financiële informatie. Met de WerkZorgBerekenaar krijgen zij inzicht in de financiële gevolgen van een andere verdeling van werk en zorg. We hopen dat deze tool laat zien dat de gewenste verdeling wél vaak mogelijk is."
Inzicht in financiële gevolgen
Nibud-directeur Gerjoke Wilmink: "Het Nibud ziet dat het voor mensen op dit moment erg moeilijk is om de financiële gevolgen voor een bepaalde arbeidsverdeling door te rekenen. Toeslagen worden berekend aan de hand van het verzamelinkomen en niet met bruto- of netto-inkomen. Maar uitrekenen wat u verzamelinkomen is, is lastig. Bovendien vermindert de hypotheekrenteaftrek het verzamelinkomen. Met de WerkZorgBerekenaar krijgt de invuller daarom direct te zien wat het financieel gezien oplevert als er meer of minder wordt gewerkt." Het instituut verwacht dat mensen die voor de keuze staan om meer of minder te werken, met deze tool een beter beeld krijgen van de financiële consequenties van hun keuze en zo een weloverwogen afweging kunnen maken.
Minister Bussemaker: ‘Maak uw keuze financieel bewust’
Minister Bussemaker (emancipatie) ziet veel voordelen in het nieuwe hulpmiddel voor ouders: "Regelmatig zie ik dat ouders keuzes maken op basis van onvolledige informatie. Ik spreek veel ouders die niet weten wat de kinderopvang kost, of wat de financiële gevolgen zijn van minder werken. Ik moedig aan dat het ouders zo makkelijk mogelijk wordt gemaakt om inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van hun ideale verdeling van werk en zorg." De WerkZorgBerekenaar is mogelijk gemaakt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.