Twaalf procent Nederlanders bereid persoonlijke gegevens te delen
30 januari 2017 -
Slechts twaalf procent van de Nederlanders is bereid om persoonlijke gegevens over onder andere hun gezondheid, financiën en energieverbruik te delen in ruil voor een beloning of lagere kosten. 30 procent van de Nederlanders is hiertoe niet bereid.
Wereldwijd gezien zijn er veel meer mensen die persoonlijke gegevens willen delen (27 procent). Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de verschillende landen.
In dit GfK online onderzoek is aan 22.000 respondenten, over zeventien landen verspreid, in een zevenpuntschaal gevraagd hoe sterk men het eens of oneens is met de stelling: ‘Ik ben bereid om mijn persoonlijke gegevens (onder andere gezondheid, financiën en energieverbruik) te delen in ruil voor voordelen of een beloning zoals lagere kosten’. Een staat in de zevenpuntschaal voor ‘sterk mee oneens’ en zeven staat voor ‘volledig mee eens’.
Mannen laten makkelijker gegevens achter dan vrouwen
In Nederland zijn meer mannen (vijftien procent) dan vrouwen (acht procent) bereid hun persoonlijke gegevens te delen. Internationaal gezien zijn er geen verschillen tussen mannen en vrouwen en geeft in beide gevallen 27 procent aan om hun gegevens te willen delen.
Jongeren zijn meer bereid gegevens te delen dan ouderen
Jongeren hebben minder moeite om hun persoonlijke gegevens te delen dan ouderen. Twintig procent van de twintig-29 jarigen deelt persoonlijke gegevens voor een beloning gevolgd door vijftien procent van de vijftien-negentien jarigen. Bij de 60-plussers is slechts acht procent bereid gegevens achter te laten.
Landenvergelijk
Tussen de landen zijn aanzienlijke verschillen als het om het delen van persoonlijke gegevens gaat.
Zo willen de meeste mensen in Duitsland (40 procent), Frankrijk (37 procent), Brazilië (34 procent), Canada (31 procent) en Nederland (30 procent) hun persoonlijke gegevens niet delen in ruil voor een beloning.
De landen waar de meeste mensen hun gegevens wel willen delen in ruil voor een beloning zijn China (38 procent), Mexico (30 procent), Rusland (29 procent) en Italië (28 procent).