27 januari 2017 -
Ten onrechte staat nog steeds in het leeuwendeel van de autoregelingen tussen werkgever en werknemer een bepaling over eigen risico voor schades gereden in werktijd.
Dit blijkt uit onderzoek dat Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) recent heeft uitgevoerd. Werkgevers die dit eigen risico doorbelasten, overtreden de wet.
Doorbelasten is verboden
Het is heel duidelijk: een werkgever mag géén eigen risico doorbelasten als de schade onder werktijd ontstaat. Dat is wettelijk vastgelegd in artikel 7:661 van het Burgerlijk Wetboek. Werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade die tijdens werktijd is toegebracht aan spullen van de werkgever.
In 2010 publiceerde het AD hier al een artikel over en na raadpleging van diverse juristen concludeerden zij dat VZR het bij het rechte eind had. Sinds die tijd is er echter weinig veranderd. Nog steeds staat de bepaling over eigen risico voor schades gereden in werktijd in meer dan 60 procent van de gevallen onjuist in autoregelingen van werkgevers.
Jan van Delft hierover. "In praktijk horen wij dat eigen risico onder werktijd gewoon doorbelast wordt en soms zelfs progressief oploopt tot 750 euro per gebeurtenis. Dit is echt absurd. Als u pech hebt en in één jaar een keer meerdere schades rijdt, bent u de Sjaak".
En bij schade in privétijd?
Bij in privétijd gereden schade mag een werkgever het eigen risico doorbelasten. Maar dat moet dan wel in verhouding staan met wat er normaal gesproken betaald zou worden als een werknemer privé verzekerd zou zijn.
Het gebruikelijke eigen risico bij een particuliere autoschadeverzekering ligt tussen de
150 en 300 euro. De VZR vindt dat het eigen risico voor de berijder van een auto van de zaak nooit hoger mag zijn dan deze 300 euro.