6 januari 2017 -
De hoogste loonstijgingen zijn in 2016 afgesproken in Zeeland: 1,8 procent. Daarmee blijft die provincie Flevoland (1,7 procent) net voor. De gemiddeld laagste stijging werd afgelopen jaar overeengekomen door werkgevers die gevestigd zijn in Utrecht: 1,3 procent.
Dat meldt werkgeversvereniging AWVN in haar maandelijkse bericht over het verloop van de cao-onderhandelingen.
De regionale verschillen hangen samen met de aard van de bedrijvigheid in de verschillende provincies. In Zeeland heeft de industrie de overhand, in Utrecht dienstverlening. Sinds een aantal jaren zijn de loonafspraken in de meeste industriële sectoren merkelijk hoger dan die in bijvoorbeeld (financiële) dienstverlening en detailhandel. Deze verschillen lopen globaal gelijk met oriëntatie op export (industrie) of de binnenlandse markt.
Nieuwe cao's
In december kwamen vijftien nieuwe cao’s tot stand. De gemiddelde afgesproken loonstijging in die cao’s is 1,48 procent. Dat is net onder het jaargemiddelde van 1,5 procent. In 2016 verliepen in totaal 443 cao’s. Daarvan zijn 317 cao's – 72 procent – daadwerkelijk al in 2016 vernieuwd. Procentueel is dat evenveel als in vorige jaren. Het is normaal dat een deel van de cao’s pas wordt vernieuwd nadat de einddatum van het contract is gepasseerd.
Volgens AWVN was 2016 een ‘gewoon’ cao-seizoen dat zonder noemenswaardige problemen is verlopen. Het aantal conflicten en het aantal stakingsdagen bleef laag, het aantal afgesloten cao’s normaal.