Uitkering aanvullend pensioen stijgt licht in 2017
30 december 2016 -
Nederlanders met een aanvullend pensioen of een lijfrente-uitkering tot 2.400 euro, zien op de eerste uitkeringsspecificatie van 2017 een iets hoger netto bedrag staan.
Bij een aanvullend pensioen van 500 euro ontvangen zij 50 eurocent meer per maand, bij 750 euro is dat 75 eurocent. Het verschil met december 2016 loopt op tot 1,78 euro bij een aanvullend pensioen van 1.700 euro per maand.
Bijdrage ZVW
De lichte verhoging komt doordat de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) wordt verlaagd. Pas vanaf een aanvullend pensioen van 2.450 euro stopt de vooruitgang, omdat de belastingverhoging in euro’s groter is dan de premiedaling van de ZVW. Het negatief verschil met 2016 is echter minuscuul. Dit varieert van vijf eurocent tot 67 eurocent bij een uitkering van 2.750 euro per maand.
Deze cijfers volgen uit berekeningen van ADP op basis van de belastingtarieven en premies per januari 2017.
Pensioenkortingen naar verwachting toch niet nodig
Hoewel er lange tijd sprake was van dreigende pensioenkortingen, geeft de lichte rentestijging pensioenfondsen naar verwachting genoeg vertrouwen om volgend jaar niet te korten. "Indien specifieke pensioenfondsen tegen het einde van het jaar daar toch nog op terugkomen, moeten we ook rekening houden met verschillen tussen sectoren," legt Marco Hennekam, Kennismanager Wet- & Regelgeving bij ADP, uit.
Ouderenkorting en AOW-uitkering gaan omhoog
De ouderenkorting voor gepensioneerden gaat in 2017 met 215 euro omhoog. Daarmee komt deze korting in 2017 uit op 1.292 euro voor inkomens tot 36.057 euro. De geplande verlaging van 114 euro zoals in het belastingplan 2016 staat, wordt daarmee te niet gedaan.
Ook de AOW-uitkering gaat omhoog, voor gehuwden stijgt deze netto met 6,26 euro per persoon. Voor ongehuwden is dat 9,30 euro per persoon. Deze stijging is het gevolg van een hogere bruto AOW-uitkering.
Over de cijfers
ADP is bij de berekeningen voor de pensioenuitkeringen van 2017 uitgegaan van personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en een aanvullend pensioen of een lijfrente-uitkering ontvangen. Met heffingskortingen is geen rekening gehouden, omdat deze in het algemeen al met de AOW-uitkering worden verrekend.