Lachen op het werk: nóg belangrijker dan goede koffie
19 december 2016 -
Goede koffie (of thee) op ons werk vinden we belangrijk. Niets nieuws onder de zon. Maar wat we nog belangrijker vinden op ons werk: lachen.
Uit onderzoek van Aevitae, uitgevoerd door Ruigrok Netpanel blijkt dat 87 procent van de werknemers het (zeer) belangrijk vindt om tijdens het werk te lachen. 77 procent vindt het (zeer) belangrijk dat er goede koffie of thee is op hun werk.
Uit het onderzoek blijkt ook dat meer dan een kwart (26 procent) van de werknemers lachen op zijn werk zó belangrijk vindt dat ze zouden overwegen om van werkgever te wisselen als er te weinig gelachen zou worden op hun werk. En 28 procent vindt dat de werkgever actie moet ondernemen om ervoor te zorgen dat er meer wordt gelachen op het werk. Meer dan een kwart van de werknemers (26 procent) lacht niet dagelijks op het werk.
Meer lachen met collega’s op derde plaats goede voornemens 2017
Gevraagd naar de goede voornemens voor 2017 aangaande gedrag op het werk zien de onderzoekers de volgende top vijf:
1. gezonder eten (22 procent)
2. vaker een frisse neus halen in de lunchpauze (achttien procent)
3. meer lachen met collega’s (vijftien procent)
4. meer bewegen op het werk (veertien procent)
5. minder koffiedrinken (zes procent)
Lachen is gezond
Arndt van den Beuken, algemeen directeur van Aevitae: "Gezonde leefstijl en werkdruk zijn de bekende thema’s. Wij voegen daar lachen op het werk aan toe omdat het positieve effecten heeft. Het is goed voor de gezondheid en draagt bijvoorbeeld bij aan het teamgevoel. Vandaar ook dit onderzoek. Het laat zien dat werknemers lachen ook erg belangrijk vinden."
Top drie beroepen met een lach
De top drie branches waarin we denken dat er het meest gelachen wordt, zijn:
1. Horeca en toerisme (33 procent van de werknemers denkt dat in deze branche het meest gelachen wordt)
2. Bouwnijverheid- en installatie (vijftien procent)
3. Communicatie, marketing en reclame (twaalf procent)
3. Transport. Logistiek, inkoop en opslag (twaalf procent)
In de juridische branche, bij nutsbedrijven en in de wetenschap denken de ondervraagden dat er niet veel gelachen wordt (allemaal scoren ze maar een procent).