Houding baas bepaalt effect van pesten op het werk
17 november 2016 -
In Nederland zijn meer dan 300.000 werknemers slachtoffer van pestende collega’s. Uit recente analyses van SKB blijkt dat één op de drie slachtoffers kampt met burn-out klachten en dat één op de vier een drempel moet overwinnen om aan het werk te gaan.
Behalve wanneer de slachtoffers steun ervaren van hun le idinggevenden. Dan daalt het percentage burn-out klachten onder de slachtoffers van 34 procent naar achttien procent. Van de medewerkers die niet gepest worden heeft ongeveer elf procent burn-out klachten. Een goede leidinggevende kan dus veel burn-out klachten bij de slachtoffers voorkomen.
Effect op werkplezier is nog groter
Het effect van de ondersteuning is nog groter op het werkplezier. Bij 24 procent van de gepeste medewerkers is dat zodanig gedaald dat er een drempel is om zich aan de werktaken te zetten. Als deze mensen gesteund worden door hun leidinggevende, daalt dat percentage naar het niveau dat dat bij niet gepeste mensen gezien wordt: circa vijf procent.
Conclusies
De rol van de leidinggevende bij pesten op het werk is cruciaal. In het algemeen zullen interventies van de leidinggevende nodig zijn om het pesten een halt toe te roepen. Uit het onderzoek van SKB blijkt dat de support van de leidinggevende daadwerkelijk verschil maakt voor de gezondheid en het werkplezier van de medewerker. Als de leidinggevende zich afzijdig houdt, verdubbelt het aantal medewerkers met burn-out klachten. Het aantal medewerkers met weerstand tegen het werk is dan vijfmaal zo groot.
De persoonlijke en bedrijfseconomische gevolgen van burn-out klachten en weerstand tegen het werk. Medewerkers met burn-out klachten zijn vatbaarder voor infectieziekten en verzuimen meer. Ook maken ze meer concentratiefouten en zijn ze vaker betrokken bij (bedrijfs)ongevallen. Werkplezier is een voorwaarde voor bevlogen en productieve medewerkers.
Bevindingen uit werkdrukonderzoek
De bevindingen zijn gebaseerd op vragenlijstonderzoek naar psychosociale arbeidsbelasting (stressonderzoek) in de periode 2014-2015. In totaal hebben 4300 medewerkers uit twaalf organisaties deelgenomen, afkomstig uit de sectoren Zorg, Not for Profit, Zakelijke dienstverlening en Industrie.
De vragen gingen onder andere over de mate waarin medewerkers zich uitgeput voelen na het werk; de belangrijkste voorspeller voor burn-out en andere klachten. Daarnaast waren er vragen over het plezier in het werk en of het moeite kost om je aan het werk te zetten. Op grond hiervan werd de mate van weerstand tegen het werk bepaald. Ten slotte werd de mate van steun die medewerkers ervaren, afgeleid van vragen over de relatie met de leidinggevende.
De vragen komen uit de Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA) die speciaal is ontworpen om oorzaken en gevolgen van werkstress in kaart te brengen.