16 november 2016 -
Huren, lenen en delen; Nederlanders dragen graag hun steentje bij aan de deeleconomie. 78 procent staat open voor het online delen van spullen. Toch is maar vier procent daadwerkelijk actief op deze deelplatforms.
Van boormachine tot partytent en van thuismaaltijd tot vakantieadres. Online platforms maken het mogelijk snel contact te leggen met anderen en zo van alles met elkaar te delen. De meest populaire sites zijn Peerby, Thuisafgehaald en SnappCar. Dat blijkt uit onderzoek van de UvA en ShareNL. Zij deden onderzoek naar de houding van Nederlanders ten opzichte van het online delen van spullen en de kennis naar het bestaan hiervan.
Onbekendheid en vertrouwen spelen grote rol
Delen met vrienden en familie is heel gebruikelijk in Nederland. Maar liefst 88 procent van de Nederlanders doet dit regelmatig. Het online uitlenen van spullen aan onbekenden blijft echter achter. Slechts vier procent doet dit op speciale online platforms. Dit komt omdat veel mensen niet weten van het bestaan hiervan (46 procent). Ook speelt vertrouwen een grote rol. Aan een bekende leent u eerder spullen uit omdat ‘je weet dat het goed zit’.
Drempelverlaging
Centraal Beheer verwacht dat delen steeds meer gemeengoed gaat worden. Maar liefst 78 procent van de Nederlanders staat open voor het online (uit)lenen van spullen. "Als verzekeraar zien wij dat het ‘nieuwe delen’ kansen biedt, maar ook nieuwe onzekerheden met zich mee brengt. En nieuwe behoeften," vertelt Robin Clements, directeur van Centraal Beheer.
Noord-Brabander minst gedreven door financiën bij uitlenen
De achterliggende motivatie om spullen te delen blijkt verschillend. Zo komt naar voren dat Noord-Brabanders het minst gedreven worden door financiële overwegingen en het uitlenen van spullen veelal zien als ‘iets goeds doen voor een ander’. Noord-Hollanders daarentegen vinden een financiële vergoeding belangrijker (47 procent Noord-Brabant versus 63 procent Noord-Holland). Verder hebben de provincies Noord-Holland en Utrecht de meeste interesse in het delen van spullen op online platforms (beide 81 procent), gevolgd door Noord-Brabant (79 procent) en Zuid-Holland (78 procent).