Rol leidinggevenden cruciaal bij voorkomen burn-outs
15 november 2016 -
Bijna 2,7 miljoen werknemers in Nederland hebben te maken met een hoge werkdruk. Ongeveer een miljoen werknemers loopt het risico op een burn-out.
Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO en het CBS blijkt dat vooral werknemers met een hoge werkdruk en weinig steun van hun leidinggevende een hoog risico op een burn-out hebben. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dertien miljoen euro subsidie beschikbaar voor onder meer de aanpak van werkstress door werkgevers. Dat maakt minister Asscher bekend in Den Haag waar hij gisteren de Week van de Werkstress aftrapte.
Hoge werkdruk vormt risico
Werknemers met een hoge werkdruk zijn een risicogroep voor burn-outs en ander verzuim. Dat risico neemt toe als de steun van leidinggevenden en collega’s afneemt. Zo heeft van de werknemers met een hoge werkdruk en weinig steun van hun leidinggevende, 45 procent burn-out klachten. Dit tegenover achttien procent van de werknemers die deze steun wel ervaart. Ook een hoge werkdruk in combinatie met gebrek aan zelfstandigheid of ontwikkelmogelijkheden in het werk verhoogt de kans op een burn-out.
Actieteam en subsidie voor werkgevers
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt vanaf vandaag tot 25 november 2016 een aanvraagperiode open voor de subsidie van projecten die zich richten op het langer en gezonder aan het werk houden van werknemers. Daar valt ook de aanpak van werkstress onder. Werkgevers kunnen de helft van de kosten gesubsidieerd krijgen, tot een bedrag van maximaal tienduizend euro. Het geld, een totaalbedrag van 13 miljoen euro, komt uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). Vanaf volgend jaar gaat een speciaal team van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bedrijven ondersteunen bij de aanpak van werkstress, pesten en ander ongewenst gedrag op de werkvloer. Dat team gaat leidinggevenden trainen, voorlichting geven en goede voorbeelden verspreiden.
Delen van oplossingen centraal tijdens de Week van de Werkstress
In veel organisaties zijn er werknemers die vanwege werkstress thuis zitten of hun werkdruk niet of nauwelijks aankunnen. Tijdens de Week van de Werkstress organiseren meer dan 125 bedrijven door heel Nederland activiteiten om werkstress aan te pakken, het werkplezier te vergroten en goede voorbeelden met elkaar te delen. Heel Nederland wordt, onder andere via radiocommercials en social media, uitgenodigd om mee te denken over oplossingen tegen werkstress op checkjewerkstress.nl. Door in een vroeg stadium werkstress bespreekbaar te maken en na te denken over oplossingen, kan een burn-out worden voorkomen.
Leerlingen bedenken oplossingen tegen werkstress
Werkstress raakt niet alleen werknemers en werkgevers, maar ook hun kinderen. Ouders met een kort lontje of gestreste leerkrachten zijn voor veel kinderen een bekend verschijnsel. Samen met de Missing Chapter Foundation (MCF) heeft het ministerie van SZW daarom een Raad van Kinderen samengesteld, die via een schooltraject met het ministerie meedenkt over oplossingen voor werkstress. Onder leiding van MCF-oprichter prinses Laurentien van Oranje presenteert de Raad van Kinderen, bestaand uit groep 7-leerlingen van de Paschalisschool in Den Haag, als start van de Week van de Werkstress hun beste tips in een gesprek met minister Asscher. Naast de minister zijn tijdens de bijeenkomst ook vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en arbo-professionals aanwezig.
Werkstress wordt vrijwel altijd veroorzaakt doordat de werknemer taken moet uitvoeren waarvoor hij niet competent is waarvan het nut niet wordt gezien.
Door taken aan te passen aan de werknemer in plaats van de werknemer aan te passen aan de taken, kan werkstress worden voorkomen. Hoewel de leidinggever daar een belangrijke rol in kan spelen is het met name aan P&O om functiebeschrijvingen los te laten en meer naar de capaciteiten van de werknemer te kijken.
Door aansluitend niet productieve stappen uit de processen te halen, kan veel werkdruk worden verminderd. Werkdruk is veelal een perceptie van de werknemer omdat hij taken moet uitvoeren die hij zinloos vindt.
Annette van der Knaap
|
|
15
-
11
-
2016
|
08
:
45
uur
Het is waarschijnlijk onbewust, maar zeer gelukkig toeval dat de week van de werkstress samenvalt met de week tegen de kindermishandeling. Die twee hebben namelijk een belangrijke relatie.
Uit de ACE-study, een bevolkingsonderzoek naar de gezondheid dat in de jaren 90 in de VS is uitgevoerd onder de goed opgeleide middenklasse, kwam die relatie al naar voren. Doordat het verband tussen Adverse Childhood Experiences (nadelige jeugdervaringen) en de mentale en fysieke (on-)gezondheid zo schokkend was, is dat onderzoek honderden keren herhaald. Ook in Nederland door TNO, en steeds kwam er hetzelfde uit: hoe meer ACE's des te groter de kans op chronische ziekten op latere leeftijd. Ik kwam met dit onderzoek in aanraking door mijn research voor een project om onderwijzend personeel beter toe te rusten voor het signaleren van kindermishandeling, één van de 10 ACE's die als schadelijk geïdentificeerd werden. Natuurlijk vond ook ik dit moeilijk te geloven, want met mijn 4 ACE's (fysieke mishandeling, emotionele mishandeling, emotionele verwaarlozing en een vader met een alcoholprobleem) was ik tot op mijn 50e zelden ziek, maar wel twee keer bijna burn-out. Ik dook in dit bijzondere onderzoek (klikte nog een paar websites door) en leerde dat de relatie ontstaat doordat de nadelige jeugdervaringen invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderhersenen. In het bijzonder is tijdens de eerste 1000 dagen de liefdevolle interactie tussen verzorger en baby enorm belangrijk. De baby slaat daarmee miljarden brokjes informatie op over wat de normale situatie is in de maatschappij waarin hij/zij geboren is, doordat de verzorger hem bij elke nieuwe ervaring (die een baby stress oplevert en waarvan hij eventueel gaat huilen) sust. Ook alle andere pogingen tot contact die een baby onderneemt, zijn bedoelt om informatie op te slaan over het leven waarin hij terecht is gekomen. Als de verzorger deze liefdevolle interactie niet wil of kan invullen (omdat er misschien een postnatale depressie is, of omdat de ouders lijden onder de nieuwe situatie van het hebben van kinderen of onvoldoende op hun ouderschap zijn voorbereid), dan loopt de neurale ontwikkeling ernstige achterstand op. Alle informatie over veiligheid (via veilige gehechtheid) wordt namelijk als eerste opgeslagen in het oerbrein. Dit levert de hersenen later veel rust op omdat het alleen in de werkelijke bedreigende situaties de vechten/vluchten modus hoeft aan te zetten. Volwassenen die als kind te weinig basis veiligheid-informatie in hun hersenen hebben kunnen opslaan, hebben veel meer stresshormonen in hun kleine lijfje gehad in de tijd dat ze hun hersenen, en organen nog aan het ontwikkelen waren, en dan begrijp ik dat we daar op hogere leeftijd last van krijgen. In de neurobiologie wordt dan gesproken van teveel toxic stress gedurende de kindertijd. Bij mij was op 40 jarige leeftijd nog aan het hartritme (of liever gezegd het ontbreken ervan) te zien dat mijn bijnieren altijd overuren hadden gemaakt in het aanmaken van adrenaline. Elk kind ontwikkelt zijn coping strategy op de situatie waarin het opgroeit en het is wonderbaarlijk hoe sterk ze kunnen worden als ze hun jeugd overleven. Maar het is niets meer dan een overlevingsstrategie, geen gezonde zaak. En op een goede dag ben je aan de beurt voor je burnout. Natuurlijk komen ook bij mij de voorbeelden op van de 90+ers die met trauma's en een borreltje en een sigaar toch maar mooi gezond oud zijn geworden.
Daar komt de wetenschap van de veerkracht om de hoek. Heel kort door de bocht komt die er op neer dat als mensen na een traumatische ervaring in een liefdevolle context dit trauma kan verwerken, dat er dan veerkracht ontstaat (in plaats van de surviving of coping strategy). In niet professionele taal is het 'verwerken van een trauma' voor mij het aan de hersenen geven van informatie dat die traumatische situatie niet 'normaal' is. Zodat die hersenen dat een plekje kunnen geven. Daarom is het logisch dat werknemers met een goede support van hun chef(fin) minder last van burnout hebben. Het is de liefdevolle context waarin stressvolle omstandigheden verwerkt kunnen worden tot veerkracht. Om dezelfde reden vind ik dat militairen na uitzending standaard een traumabehandeling zouden moeten krijgen, net als alle kinderen die hun ACEs niet in een liefdevolle context hebben kunnen verwerken.
Ik kan mij voorstellen dat u over bovenstaande meer wilt weten, dat wilde ik ook. Ik verspreid deze informatie (en dan iets uitgebreider) zoveel mogelijk via voordrachten overal in het land omdat het ons een volgende véél gezondere generatie kan opleveren.
Zegt het voort: ACE study- liefde - veerkracht.
Annette van der Knaap