12 oktober 2016 -
Leraren geven hun salaris een krappe voldoende en ook het pensioen scoort onder de maat. Toch houden ze hun pensioen het liefst zoals het is, namelijk als collectief stelsel. Dat blijkt uit een enquête van Ambtenarensalaris.nl onder ruim 1.100 medewerkers in het onderwijs.
Met gemiddeld een 5,7 hebben docenten geen hoge pet op van hun salaris. Zij noemen daarbij vooral de verantwoordelijkheid en werkdruk die niet in verhouding staan tot wat zij maandelijks op hun rekening gestort krijgen. Zeker in vergelijking met HBO’ers in andere bedrijfstakken liggen de lonen onder de maat. "Voor HBO en WO opgeleide vakmensen is de salariëring ronduit laag. Het bedrijfsleven lacht om het schijntje dat wij elke maand verdienen. Het onderwijs was een roeping, maar dat stadium is een gepasseerd station," legt een van de respondenten uit. Die verschillen bleken eerder ook al uit het rapport ‘Education at a Glance’ van de OESO dat in september verscheen.
Liever collectief
Het pensioen scoort met een 5,3 net geen voldoende. Medewerkers in het onderwijs bouwen collectief pensioen op bij het ambtenarenpensioenfonds ABP. Ondanks het magere cijfer en de aangekondigde korting op het ABP pensioen, geeft bijna de helft (46,3 procent) van de respondenten aan hun pensioen te willen laten zoals het nu is, namelijk via een collectief pensioenstelsel. Slechts 14,4 procent bouwt liever zelf pensioen op en iets meer dan een derde heeft voorkeur voor een combinatie van collectief en individueel pensioen. Medewerkers in het onderwijs wijken hiermee af van de gemiddelde Nederlander die het liefst individueel pensioen opbouwt.
Met 63 met pensioen
Op de vraag met welke leeftijd ze met pensioen willen, wordt 63 het vaakst genoemd. Ook hier worden de werkdruk en aard van het werk als belangrijke redenen genoemd. "Voor de klas staan tot minimaal 67 jaar is zwaar, geestelijk en lichamelijk," aldus een van de respondenten.