Nederlandse belegger bezorgd - minder vertrouwen in VS
10 oktober 2016 -
De Amerikaanse markt is samen met de Nederlandse, de markt waar beleggers het meeste geld in zeggen te willen investeren. De Amerikaanse markt wordt gezien als vluchthaven, in een tijd waarin de bezorgdheid over de toekomst onder beleggers juist toeneemt en er sprake is van een opmerkelijke daling van het vertrouwen.
Dit blijkt uit de jaarlijkse beleggingsbarometer van Schroders, uitgevoerd door Kantar TNS onder beleggers met een belegd vermogen van 50.000 euro of meer.
Vertrouwen op andere gebieden neemt sterk af
Opvallend is dat de Schroders Beleggersoptimisme Indicator op dertien procent staat, tegen 27 procent vorig jaar. Deze indicator meet de verhouding tussen beleggers die meer en minder vertrouwen hebben en geeft daarmee een oordeel over het sentiment en de wijziging hierin. Een andere aanwijzing voor toenemende onzekerheid onder beleggers is de stijging van het percentage spaargeld in een markt waarin de rentevergoeding extreem laag is. Beleggers kiezen met name voor vertrouwde regio's zoals West-Europa en de VS, terwijl Oost-Europa en Rusland juist heel laag scoren. Zorgen bestaan er over de internationale politieke situatie en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten.
Nederlandse belegger is wars van advies en kan eigen boontjes doppen
De belegger heeft opvallend genoeg in deze onzekere tijden geen behoefte aan een beleggingsadviseur, of heeft er geen toegang tot. Het aantal beleggers dat zegt gebruik te maken van een adviseur, daalt al jarenlang, en is dit jaar nog verder afgenomen van 45 procent naar 43 procent. Een deel van de daling zal te wijten zijn aan verandering van strategie bij de banken waardoor de minimumvermogensgrens voor adviesgesprekken gestegen is. Maar daarnaast blijken Nederlandse beleggers een enorm groot vertrouwen in hun eigen belegggingscapaciteiten te hebben.
Nederland laagste in Europese ranglijst qua gebruik beleggingsadviseur
Uit een afzonderlijk wereldwijd vergelijkend onderzoek dat onlangs door Schroders is uitgevoerd, spreekt dat ook overduidelijk. In geen enkel ander Europees land zijn beleggers minder geneigd om een adviseur te raadplegen dan in Nederland. Gevraagd wie bij zijn volgende beleggingsbeslissing een extern adviseur zoals een bank of tussenpersoon zou raadplegen, antwoordt slechts 29 procent van de ondervraagde Nederlandse beleggers hier' ja' op. In landen als Italië, Frankrijk en Rusland ligt dit percentage twee keer zo hoog. En zelfs vrienden en familie worden nauwelijks geraadpleegd door Nederlandse beleggers.
Eigen kennis en kunde wordt zeer hoog geacht
Nog extremer worden de verschillen tussen Nederlandse en Europese beleggers als de vraag luidt of men zijn kennis van beleggen zou willen vergroten. Verschillende mogelijkheden worden gegeven, onder meer (opnieuw) het raadplegen van een adviseur, maar ook andere mogelijkheden zoals het volgen van cursussen of het bekijken van online video's. In bijna alle categorieën eindigt de Nederlandse belegger onderaan. Uitzondering vormt het laatste antwoord ('Nee het is voor mij niet nodig mijn kennis over beleggen te verdiepen'). Dit wordt door maar liefst 29 procent van de Nederlandse beleggers gekozen. In veel andere landen blijft dit percentage onder de tien procent, terwijl in landen met veel zelfstandige beleggers zoals Zweden en Duitsland, dit tussen de zestien procent en 21 procent beweegt.
Beleggers willen meer invloed op beleggingsbeleid pensioenfondsen
In de Nederlandse enquête is ook onderzocht hoe beleggers aankijken tegen hun pensioen. Ongeveer 40 procent van de ondervraagden die aangesloten is bij een pensioenfonds of -verzekering, wil graag meer verantwoordelijkheid hebben voor de beleggingsbeslissingen binnen de pensioenportefeuille. De rest laat die beslissingen echter graag bij het pensioenfonds liggen en vertrouwt de experts. Van de groep die zelf beleggingsbeslissingen wil nemen, wil ruim een derde deel zijn hele pensioen graag zelf beleggen.
Een iets kleiner deel wil graag meer invloed op zijn risicoprofiel en bijvoorbeeld zelf fondsen uitkiezen. Nog eens twintig procent wil minder vergaande invloed, maar zou wel graag willen kunnen wisselen van pensioenfonds. In alle gevallen geldt echter dat de pensioengerechtigde grotere invloed krijgt en dat hij door zijn beslissingen zelf de verantwoordelijkheid draagt voor een hogere of lagere uitkering op latere leeftijd.
Michel Vermeulen, managing director Schroders Benelux: "De Amerikaanse verkiezingen lijken spannend te worden, maar voor de Nederlandse beleggers blijft de Verenigde Staten het land waar de grootste groei behaald kan worden. Elders neemt de geopolitieke onrust echter toe zodat de situatie in de Verenigde Staten door beleggers als relatief veilig wordt beschouwd.
Bezuinigen op advies
Opvallend is dat Nederlandse beleggers steeds minder gebruik maken van adviseurs en meer en meer op hun eigen inzicht vertrouwen. De vraag is of dit werkelijk de bedoeling is geweest van de toezichthouder toen de nieuwe regelgeving werd geïntroduceerd. Het lijkt erop dat nu beleggers moeten betalen voor advies, ze liever bezuinigen op die kosten. In Europa springt de Nederlandse belegger zeer opvallend uit als einzelgänger die liever zijn eigen inzicht volgt, dan betaalt voor professioneel advies. Tegelijkertijd zien we een trend waarbij het beleggen in individuele aandelen toeneemt en daarmee ook het risicobereidheid. Ook in Engeland, het land dat Nederland voorging in de herziening van de beleggingssector, is eenzelfde trend te zien."