'Hernieuwde commotie om top-inkomens volkomen ten onrechte'
9 september 2016 -
De door Minister van Financiën Dijsselbloem opnieuw aangezwengelde discussie over de top-inkomens betitelt de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD) als 'volstrekte onzin' en 'verkiezingsretoriek'.
De laatste jaren is het salaris van de toppers uit het bedrijfsleven eerder gedaald dan gestegen, is de conclusie van de NCD. Er is dus geen enkele aanleiding om topinkomens wederom ter discussie te stellen.
Schieten op topbeloning
De NCD betreurt het dat Dijsselbloem opnieuw de beloning van de toppers in het bedrijfsleven uitkiest om op te schieten: "Kennelijk naderen we de verkiezingstijd en dan is het makkelijk om zo'n onderwerp weer eens uit de kast te halen. Want anders doet de SP het wel, nietwaar?" De bewering die Dijsselbloem doet is bovendien niet onderbouwd. "We hebben de indruk dat de gemiddelde beloningen aan de top eerder zijn gedaald dan gestegen. Bovendien krijgen nieuw benoemde bestuurders over het algemeen een lagere beloning dan de voorganger. Ook het gevolg van de maatschappelijke discussie," zo stelt de NCD.
Maatschappelijke opinie
Volgens de NCD staat bij commissarissen juist de maatschappelijke opinie over topinkomens bij de bepaling van de beloning van de Raad van Bestuur of directie bovenaan de agenda. "In ultieme zin zijn het de aandeelhouders, waaronder vele institutionele beleggers, die de Raad van Commissarissen de ruimte geven de beloning, inclusief bonus, te bepalen. Daarbij weeg je altijd de effecten op klanten en werknemers ter dege af. Die aanpak werkt prima en we zien geen enkele aanleiding die te veranderen," is de NCD van mening.
Uitschieters
De NCD wijst er nog op dat de uitschieters die steeds worden geciteerd bij grote, internationale, bedrijven, bepaald niet het beeld is van het gemiddelde in het bedrijfsleven: "Stemmingmakerij hoort bij de verkiezingstijd, maar realiseer u dan wel dat u en passant een overweldigende meerderheid welwillende en bewuste bestuurders over dezelfde kam scheert. En dat is een Minister onwaardig!"