Commissarissen worstelen met disfunctionerende boardroom dynamiek
6 september 2016 -
Toezichthouders en commissarissen worden steeds vaker persoonlijk aansprakelijk gesteld bij faillissement of wanbeleid. We zien deze trend zowel in het bedrijfsleven als in de non-profitsector. Uit uitspraken van de Ondernemingskamer en/of de rechter blijkt bij veroordeling dat er vaak sprake is van grove nalatigheid.
De Raad van Toezicht heeft onvoldoende proactief toegezien en/of er is sprake van tekortkomingen in de ‘governance’ (goed bestuur en toezicht) binnen de organisatie. Hoe gaan toezichthouders in de praktijk om met het risico persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden? PIT, Platform Innovatie in Toezicht, bevroeg 130 commissarissen en toezichthouders uit uiteenlopende branches over de kwaliteit van de governance binnen hun organisatie, de dilemma’s waar de Raad voor gesteld wordt, en de maatregelen die genomen worden om aansprakelijkheid te voorkomen.
In het PIT café van 15 september worden de resultaten van deze enquête gepresenteerd en wordt dieper ingegaan op de relatie tussen risico’s in boardroom dynamics en de persoonlijke aansprakelijkheid van leden van de Raad van Commissarissen of Toezicht.
Opmerkelijke uitkomsten enquête
In de enquête worden door de commissarissen een aantal risicofactoren benoemd die kunnen leiden tot het oordeel dat er onvoldoende toezicht op de organisatie is geweest. Opvallend zijn:
- Een kwart van de Raden heeft moeite met het functioneren van de bestuurder en/of moeite om dit functioneren ter discussie te stellen.
- Terwijl het grootste deel van de respondenten tevreden was over het functioneren van de eigen Raad van Toezicht, bleek bij doorvragen dat een derde zichzelf vragen stelde over de onderlinge verhoudingen en die met de voorzitter en de bestuurder.
- De meerderheid van de respondenten blijkt niet op de hoogte te zijn van de mate waarin de aansprakelijkheid afgedekt wordt.
Dilemma’s
Een Raad of een individuele toezichthouder loopt in de praktijk vaak tegen dilemma’s aan waar geen zwart-wit oplossing voor is. Deze kunnen het functioneren van de Raad echter sterk beïnvloeden.
- vijftien procent van de respondenten heeft overwogen vanwege een verschil van inzicht uit de Raad van Commissarissen/Toezicht te stappen. Moet de toezichthouder optreden door af te treden? Tot hoe ver reikt de zorgplicht?
- Toezichthouders zijn tevreden over de zorgvuldigheid van de besluitvorming, 33 procent geeft echter aan niet tevreden te zijn over de verslaglegging. Niet onbelangrijk als een organisatie in de toekomst in een juridisch geschil terecht komt. Hoe maak je dit bespreekbaar?
Nodig om aansprakelijkheid te voorkomen?
Aansprakelijkheid hangt samen met nalatigheid. Het RvC/RvT lidmaatschap vereist dat men aantoonbaar zijn/haar werk goed doet (tijd besteden, toezicht houden, niet laten afschepen, niet gemakzuchtig zijn). Belangrijk is dat de medetoezichthouders er ook zo over denken, anders nemen de risico's exponentieel toe.
Het onderzoek wijst uit dat menig toezichthouder, hoewel tevreden over het functioneren van de eigen Raad, toch worstelt met één of meer boardroom-dilemma’s die een open en gestructureerde aanpak vereisen.
Volgens PIT, Platform Innovatie in Toezicht, is het belangrijk dat er een nieuwe bestuurscultuur komt in Nederland waarin er veel meer waardering en ruimte is voor verschil en voor kritische reflectie. Als bestuurders en commissarissen/toezichthouders open staan voor zelfreflectie en voor het goede (en soms ‘lastige’) gesprek, ontstaat er meer ruimte om dilemma’s in de boardroom professioneel bespreekbaar te maken en tot gemeenschappelijke moresprudentie te komen. PIT ontwikkelt samen met haar partners nieuwe methodieken om boardroom-dilemma’s effectiever bespreekbaar te maken en daarmee de governance te verbeteren. Een gezonde Raad zorgt er verder voor dat alle randvoorwaarden voor good governance vervuld worden: zorg voor heldere en complete verslaglegging, betekenisvolle zelfevaluatie, een open benoemingsstructuur en een goede verzekering voor de leden.