22 augustus 2016 -
Inwoners van Den Haag en Rotterdam vragen vaker een lening aan dan de gemiddelde Nederlander. Den Haag en Rotterdam tellen respectievelijk 43,5 procent en 33,8 procent meer aanvragen per inwoner. Dit blijkt uit een data-analyse van tienduizenden aanvragen bij Geldshop.
Amsterdammers en Utrechters daarentegen, doen gemiddeld juist minder leningaanvragen: respectievelijk 7,7 procent en 34,8 procent minder aanvragen per inwoner dan het landelijke gemiddelde.
Gewenst leenbedrag
Opvallend is dat van de vier grote steden Utrecht, Amsterdam en Den Haag relatief dicht bij elkaar lagen wat betreft het gewenste leenbedrag. Zo wilden Utrechters gemiddeld 13.742 euro lenen, Amsterdammers 13.391 en inwoners van Den Haag 13.425. In Rotterdam waren de gewenste leenbedragen het meest bescheiden: gemiddeld 12.675 euro per leningaanvraag. Het gewenste leenbedrag van de gemiddelde Nederlander is 13.607 euro.
Alleenstaanden aan kop
In de vier grote steden deden alleenstaanden de meeste leningaanvragen. In vergelijking met andere steden waren Amsterdamse alleenstaanden koploper in het doen van leningaanvragen: zij namen ruim 61 procent van alle aanvragen in Amsterdam voor hun rekening. In Rotterdam was dit percentage 57 procent, in Den Haag 56 procent en in Utrecht 55 procent.
Utrechters hoogste leenbedrag voor auto
Van de vier grote steden wilden Utrechtse consumenten het meest lenen voor de aanschaf van een nieuwe auto: gemiddeld 12.320 euro. Den Haag en Amsterdam kwamen op de tweede en derde plek: respectievelijk 11.516 en 10.833. In Rotterdam wilde men het minst lenen voor de aanschaf van een nieuwe auto: gemiddeld 9.664.
Mannen vragen vaker lening aan dan vrouwen
In verhouding tot de andere steden, deden Utrechtse mannen gemiddeld de meeste leningaanvragen: ruim 69 procent van alle aanvragen in Utrecht. In Amsterdam was 64 procent van de leningaanvragen afkomstig van een man. In Den Haag was dit percentage 62 procent en in Rotterdam 59 procent.
Afwijzingen op basis van BKR-registratie
In de steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht was een toename te zien in het aantal leenverzoeken dat werd afgewezen wegens een BKR-registratie. Zo steeg het percentage afwijzingen in Den Haag van 16,5 procent naar 17,2 procent, in Rotterdam van 21,7 procent naar 22,6 procent en in Utrecht van 17,4 procent naar 22,7 procent. In Amsterdam daalde het percentage afwijzingen op basis van een BKR-registratie juist: van 20,5 procent naar 17,6 procent.
Het gehele onderzoek is hier te lezen.