19 augustus 2016 -
Uit een analyse1 van NN Investment Partners blijkt dat het monetaire klimaat in opkomende markten in de afgelopen drie jaar niet zo soepel was als nu. Dit biedt de economische groei in de regio steun, want macrocijfers wijzen op een aanhoudende vertraging in China.
Op 8 augustus stond de Indicator voor het Monetaire Beleid van NN IP1 op 1,05 op een schaal van plus/minus-drie. De Indicator werd op 7 maart positief, nadat deze vanaf januari negatief was geweest.
Cijfers uit China
De bevindingen volgen op recente economische cijfers uit China. Daaruit blijkt dat de detailhandelsverkopen in juli met 10,2 procent zijn gestegen ten opzichte van een jaar eerder, maar de toename was minder groot dan de +10,6 procent in juni. De industriële productie steeg met zes procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, maar was nog zwakker dan analisten hadden verwacht. De export daalde met 4,4 procent versus een jaar eerder en ook de import was met een daling van 12,5 procent zwakker dan geraamd.
Gunstige liquiditeit
Maarten-Jan Bakkum, strateeg voor opkomende markten bij NNIP, licht toe: "Zolang de wereldwijde liquiditeitsomstandigheden gunstig blijven en de inflatie op opkomende markten blijft dalen, zullen de overheden in de opkomende wereld het monetaire beleid blijven versoepelen. Onze Indicator voor het Monetaire Beleid is sinds mei sterk gestegen. Dit laat zien dat er onlangs meer extra monetaire versoepeling heeft plaatsgevonden. Dit is enorm belangrijk voor schuldpapier van opkomende markten. Niet alleen omdat dalende rentes de waarde van obligaties opstuwen, maar ook omdat meer versoepeling van de financiële voorwaarden waarschijnlijk bijdraagt aan een breder en sterker herstel van de groei in opkomende landen.
Op dit moment maken we ons meer zorgen om de recente verslechtering van de Chinese cijfers. We vinden nog steeds dat de Chinese economie redelijke cijfers laat zien, maar er zijn weer twijfels ontstaan over de stabilisatie van de groei. De groei van de vastgoedverkopen lijkt de top te hebben bereikt, terwijl de private investeringsgroei maar niet echt op gang wil komen. Wel zijn de kapitaalstromen een grote positieve verandering ten opzichte van vorig jaar en het begin van dit jaar. De autoriteiten hebben de stromen weten te stabiliseren, wat doet vermoeden dat de beleidsmakers de zaken weer onder controle hebben.
We houden vast aan onze visie dat de Chinese groei zich in een vertraging van meerdere jaren bevindt. Vorig jaar vreesden we voor een scherpe vertraging met toenemende systeemdruk. Recente cijfers wijzen er echter nog op dat het huidige tempo van de vertraging beheersbaar is. Maar tegelijkertijd vinden we een verslechtering van de Chinese groei nog steeds de belangrijkste risicofactor voor alle opkomende beleggingen. Dus als we het hebben over de recente veerkracht van opkomende obligaties, dan vinden we het meest opmerkelijke aspect dat beleggers de tegenvallende Chinese cijfers naast zich hebben neergelegd."