18 augustus 2016 -
De loonstijging die werkgevers en werknemers in bedrijven met elkaar afspreken, hangt nog steeds sterk samen met de sector waarin een bedrijf actief is. In industriële, exporterende bedrijven zijn in 2016 de hoogste afspraken gemaakt (1,7 procent), in de financiële en zakelijke dienstverlening de laagste (1,3 procent).
Uitzondering op dit al jarenlang aanhoudende beeld vormt de overheid. Daar is sprake van een ‘loon-inhaalslag’.
Dat meldt AWVN in haar maandelijkse bericht over het verloop van de cao-onderhandelingen.
loonafspraken
De sterke samenhang tussen loonafspraken en markt waarin een bedrijf opereert, is al een aantal jaren zichtbaar. Vooral bij de direct door de financiële crises getroffen sectoren, bijvoorbeeld banken en verzekeraars, bleek en blijkt de loonruimte zeer beperkt. Dat geldt ook voor bedrijven en sectoren die vooral van de door vraaguitval getroffen binnenlandse markt afhankelijk zijn, bijvoorbeeld de detailhandel. Wel is de zogenaamde ‘loondifferentiatie’ het afgelopen jaar iets minder geworden – gevolg van het feit dat ook in de genoemde sectoren een toenemend aantal bedrijven de crisis achter zich heeft gelaten en het gemiddelde in de sector omhoog duwt.
Nieuwe akkoorden
In juli werden 23 nieuwe akkoorden gesloten. De door werkgevers en werknemers vorige maand afgesloten cao’s kennen een loonafspraak van 1,5 procent. Dat is gelijk aan het gemiddelde van 1,5 procent van de eerste zes maanden van 2016.