5 augustus 2016 -
Een sterke gerichtheid op beloning gecombineerd met een gebrekkige zelfbeheersing lijken samen te gaan met het plegen van delicten. Hersenscans wijzen erop dat deze combinatie voorkomt bij criminelen met psychopathie, schrijven Nijmeegse onderzoekers in het tijdschrift Social Cognitive and Affective Neuroscience.
Veel plegers van criminele delicten vertonen psychopathische trekken, zoals antisociaal en impulsief gedrag. Toch zijn er ook individuen met psychopathische trekken die geen daden plegen waarvoor ze veroordeeld worden. Net als elk ander gedrag heeft ook het psychopathische gedrag een neurobiologische basis. Wetenschappers van het Donders Instituut en de afdeling psychiatrie van het Radboudumc wilden daarom weten of de werking van het brein van psychopaten zichtbaar verschilt van het brein van niet-psychopaten. En of er ook verschillen bestaan tussen het brein van criminele en niet-criminele psychopaten.
Beloningscentrum sterker geactiveerd
Dirk Geurts, onderzoeker bij de afdeling Psychiatrie van het Radboudumc: "Daarom hebben we veertien veroordeelde individuen met psychopathie onderzocht, en 20 niet-criminele individuen, van wie de helft hoog scoort op een psychopathieschaal. De deelnemers deden testen, terwijl de activiteit van hun hersenen werd gemeten in een MRI-scanner. We zagen dat het beloningscentrum in het brein bij (criminele en niet-criminele) mensen met veel psychopathische trekken stérker werd geactiveerd dan bij mensen zonder psychopathische trekken. Het was al bekend dat het brein van niet-criminele mensen met psychopathische trekken sterk gericht is op beloning. Dit onderzoek toont nu aan dat dit ook het geval is bij criminele mensen met psychopathische trekken.
Weinig zelfbeheersing en gevoelig voor beloning
Verder werd ook een interessant verschil gevonden tussen niet-criminele mensen met veel psychopathische trekken en criminele mensen met psychopathische trekken. Geurts: "Bij hen verschilt de communicatie tussen het beloningscentrum en een gebied midden in de voorhersenen. Goede communicatie tussen deze gebieden lijkt dus een voorwaarde voor zelfbeheersing. Deze resultaten wijzen erop dat het plegen van delictenmogelijk voortkomt uit de combinatie van een sterke gerichtheid op beloning en een gebrekkige zelfbeheersing. Dit is het eerste onderzoek waarbij daadwerkelijk veroordeelde daders werden onderzocht."
Voorspellers van crimineel gedrag
Psychopathie bestaat uit verschillende elementen. Aan de ene kant is er sprake van een gebrek aan empathie en een tekort aan emotionele betrokkenheid. Aan de andere kant zien we impulsief en ernstig antisociaal en egocentrisch gedrag. Hoogleraar psychiatrie en coördinator van het onderzoek Robbert-Jan Verkes: "Het zijn vooral deze laatste kenmerken die verband blijken te houden met het overmatig gevoelige beloningscentrum. Deze impulsieve en antisociale kenmerken zijn nog sterkere voorspellers van crimineel gedrag dan het gebrek aan empathie. Een relevante volgende vraag is hoe deze afwijkingen in het brein ontstaan. Waarschijnlijk is het voor een deel erfelijke aanleg, maar mishandeling en andere ernstige stress in de jeugd spelen ook een belangrijke rol. Vervolgonderzoek moet dit gaan uitwijzen.
Hersenscans in rechtszaken?
Wat betekenen deze bevindingen voor de vrije wil? Als het brein zo’n belangrijke rol speelt, in hoeverre zijn individuen dan verantwoordelijk te houden voor hun delicten? Zullen hersenscans een rol gaan spelen in rechtszaken? Verkes: "Voorlopig zijn de bevindingen alleen betekenisvol op groepsniveau en gaat het om variaties die ook binnen de bandbreedte van het normale liggen. Het kan zijn dat door verfijning van deze en soortgelijke onderzoeken hersenscans in de toekomst een rol gaan spelen bij forensisch psychiatrisch onderzoek naar de toerekeningsvatbaarheid."
opgroeien in een eenoudergezin of alleen in een eenoudergezin kan mee de oorzaak zijn van empathisch gedrag en egocentrische ingesteldheid. Jongeren die in een permissieve omgeving opgroeien neigen zelfs tot domineren van de gezinssituatie (bij eenoudergezinnen)en het begin wordt gemaakt als de puberteit aanleiding geeft tot meer vat op de leefsituatie. De mondigheid en het zelfbewustzijn prevaleren op sociale vaardigheden en inlevingsvermogen.
Marijke
|
|
9
-
08
-
2016
|
17
:
48
uur
De getrokken conclusies zijn te kort door de bocht. Ten eerste: Een niet-veroordeelde is niet hetzelfde als een niet crimineel. Ten tweede: Het gebied in de voorhersenen, is dat wel een centrum dat bekend is vanwege de rol in zelfbeheersing, of wordt dat gelijktijdig uit dit onderzoek geconcludeerd? Niet crimineel worden kan om andere redenen veroorzaakt zijn dan meer zelfbeheersing hebben. Ten derde: Dat de uitkomsten van psychologische tests een parallel vindt in hersenscans, wil dat nog niet zeggen dat men opeens niet meer zelf verantwoordelijk is voor het eigen gedrag. Het is alleen een andere aantoning van hetzelfde gedrag. Met als resultaat dat we beter weten hoe de hersenstructuur in elkaar zit. De mens zelf verandert er niet mee.