Pensioenverplichtingen AEX-bedrijven fors gestegen
27 juli 2016 -
De netto pensioenverplichtingen van beursgenoteerde Nederlandse bedrijven is per eind juni 2016 met vijftien miljard gestegen naar 41 miljard euro. Eind 2015 bedroegen de verplichtingen nog 26 miljard. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Mercer.
Mercer analyseerde de verslechtering van de netto pensioenverplichtingen van AEX ondernemingen aan de hand van de marktbewegingen in 2016. De verslechtering van de balanspositie over 2016 is het gevolg van een daling van de rentes (yield) op bedrijfsobligaties en een beperkte daling van de aandelenbeurzen.
De totale bruto verplichting steeg in 2016 met ongeveer zestien miljard naar circa 192 miljard, door de sterke daling van de rentes. Daar tegenover stond een kleine stijging van de pensioenbeleggingen. Dankzij de gestegen koersen van obligaties bedroeg die stijging ongeveer een miljard, naar 151 miljard.*
Negatieve impact van de gedaalde rente
In Nederland hebben veel ondernemingspensioenfondsen (een deel van) het renterisico afgedekt. Dit renterisico is echter afgedekt op basis van de rente op staatsobligaties. De rente op bedrijfsobligaties die door de ondernemingen moet worden gehanteerd is in 2016 sterker gedaald dan de rente op staatsobligaties. Op Europese bedrijfsobligaties is de rente gemiddeld gedaald met 0,8-0,9 procent-punt, terwijl de marktrente waarop pensioenfondsen hun renterisico afdekken met ongeveer 0,7 procent-punt is gedaald. Dit had een negatief effect op de netto verplichtingen, omdat de bruto verplichtingen harder stegen dan de vastrentende waarden en bovendien het renterisico niet volledig is afgedekt. Dit negatieve effect werd versterkt door de daling van de aandelenbeurzen. De netto verplichtingen zijn hierdoor, zoals vermeld, in totaal gestegen met ongeveer vijftien miljard.
Oorzaken dalende rente
Een van de oorzaken voor de dalende rente is het Quantitative Easing programma van de Europese Centrale Bank waarbij inmiddels ook bedrijfsobligaties worden opgekocht die de prijzen van bedrijfsobligaties omhoog drijven en daardoor de rente naar beneden drukt. Daarnaast zorgt de aangekondigde Brexit voor een neerwaartse druk op de rente.
De lage inflatieverwachtingen en verslechterde financiële positie van de Nederlandse pensioenfondsen zorgen voor een verlagend effect op de pensioenverplichting doordat de ingerekende verwachte indexaties daardoor naar beneden kunnen worden bijgesteld.
Hogere pensioenlast slecht voor winstgevendheid bedrijven
De verwachte pensioenlast voor 2016 daalde door de rentestijging in 2015 met ongeveer vijftien procent ten opzichte van 2015. Dit zal met name bij arbeidsintensieve ondernemingen een positief effect hebben op de winstgevendheid voor 2016, vergeleken met 2015.
Verwachte pensioenlast
Indien de financiële markten ultimo 2016 dezelfde standen hebben als ultimo juni 2016 zal de verwachte pensioenlast voor 2017 echter stijgen met ongeveer twintig procent ten opzichte van 2016. Dit is met name van belang voor de budgettering voor 2017 waar veel ondernemingen momenteel mee bezig zijn. Voor ondernemingen die rapporteren onder US GAAP kan het effect zelfs groter zijn door de afschrijvingen van de ‘unrecognised losses’ die door de scherp gedaalde rente flink kunnen zijn toegenomen. Of de rente daadwerkelijk de verwachte bedrijfsresultaten in 2017 drukt zal met name afhangen van de omvang van de pensioenverplichting en de mate waarin de onderneming zich met vreemd vermogen financiert. De lage rente is immers ook een kans om obligaties tegen een lage rente in de markt te zetten.
‘Bumpy ride’ toont het belang van risicomanagement wederom aan
De rentebewegingen zijn de afgelopen kwartalen groot geweest en dat heeft zijn weerslag op de netto pensioenverplichting gehad. Uit recente (aandelen- en krediet-)analisten rapporten komt de grote impact op de ondernemingsbalans en het bedrijfsresultaat ook steeds meer en vaker naar voren. Het is in onze ogen essentieel om inzicht te hebben in de mogelijkheden om de ondernemingsbalans minder gevoelig te maken voor bewegingen in de netto pensioenverplichting. In landen als de USA, de UK en Duitsland zijn daarvoor meer liability management options mogelijk dan in Nederland. Wat de schrijvers betreft zou elk bedrijf met een significante pensioenverplichting de dynamiek van die verplichting moeten kennen, om zodoende de aandeel- en obligatiehouders goed inzicht te kunnen geven in deze verplichtingen.
Naast het noodzakelijke inzicht in de dynamiek van de verplichting kan een onderneming natuurlijk ook besluiten de risico’s te beperken. Hiervoor bestaan diverse mogelijkheden zoals bijvoorbeeld een buy-out, het (deels) afdekken van onderliggende risico’s of het soort pensioenregeling veranderen – bijvoorbeeld de overgang naar een DC of CDC-regeling.
Risico’s ook te elimineren via een Algemeen Pensioenfonds
Een nieuwe optie om de risico’s voor de onderneming weg te nemen ontstaat mogelijk door de introductie van het Algemeen Pensioenfonds (APF). Bij een overgang naar een APF bestaan onder Amerikaanse verslagleggingsrichtlijnen (ASC 715) mogelijkheden om de verplichtingen van de balans van de onderneming te krijgen, door gebruik te maken van de mogelijkheden voor multi employer accounting.
Recentelijk hebben twee Algemeen Pensioenfondsen een vergunning gekregen van De Nederlandsche Bank (DNB). Een keuze voor een APF of een andere manier om het pensioenrisico te managen is echter niet triviaal. Het overbrengen van de verplichtingen naar bijvoorbeeld een APF kan gepaard gaan met grote eenmalige lasten die afhankelijk zijn van de huidige netto pensioenverplichtingen en de gebruikte verslagleggingsregels.
* De bruto pensioenverplichtingen én pensioenbeleggingen zijn overigens lager dan in ons persbericht van januari 2016 werd aangegeven door een gewijzigde samenstelling van de AEX en vooral vanwege het feit dat een aantal ondernemingen de risico’s met betrekking tot hun pensioenen hebben verminderd door een overgang naar een Collectieve Defined Contribution (CDC) regeling. De netto pensioenverplichting, ofwel het tekort volgens internationale verslagleggingsregels, is door voornoemde wijzigingen niet beïnvloed doordat de bruto pensioenverplichtingen én pensioenbeleggingen met vrijwel hetzelfde eurobedrag zijn afgenomen.