8 juli 2016 -
Als in Nederland op dit moment een Nexit-referendum zou plaatsvinden, stemt een lichte meerderheid voor ‘blijven’. Dat concludeert ORTEC op een basis van een uitgebreide data-analyse. Illy van der Putten, consultant bij ORTEC: "Dit is geen opiniepeiling. Het gaat niet om wat mensen zéggen dat ze gaan doen, maar om data over wat mensen daadwerkelijk hebben gedáán."
Samen met ORTEC-collega Niké Bakker analyseerde Van der Putten verschillende open databronnen. Als eerste vertaalden zij de demografische gegevens van de Brexit-uitslag direct naar Nederland. Wanneer Nederlanders op basis van leeftijd, stemvoorkeur en politieke affiliatie precies op dezelfde manier stemmen als de Britten, is een meerderheid van 52,3 procent voor een Nexit. Deze ‘ruwe’ analyse doet echter geen recht aan de verschillen die er tussen beide landen zijn. Zo is het opkomstpercentage onder jongeren in Nederland over het algemeen een stuk hoger dan dat van hun leeftijdsgenoten in Engeland, terwijl ouderen hier minder negatief zijn over de EU. Voeg deze bronnen bij elkaar en juist het ‘Blijven’-kamp wint, met 51,2 procent.
Eindconclusie: meerderheid wil blijven
Naast demografische gegevens is ook rekening gehouden met politieke voorkeuren. Hierbij is gekeken naar de verhoudingen binnen politieke partijen en die zijn vervolgens omgezet naar het aantal voor- of tegenstemmers. Op basis van de resultaten van de laatste verkiezingen in 2012 komt een nog duidelijkere meerderheid van 55,4 procent voor ‘Blijven’ naar voren. Een berekening als deze is juist voor Nederland vrij sterk, omdat mensen hier minder reden hebben om tactisch te stemmen dan in andere landen. Dat komt doordat we een proportionele representatie als kiesstelsel hebben en een gefragmenteerd parlement, met 150 zetels verspreid over twaalf partijen. Omdat sinds 2012 de publieke opinie over EU-gerelateerde thema’s (zoals immigratie en de euro) echter flink is veranderd, is hier een recente opiniepeiling van Ipsos overheen gelegd. Ook dan blijkt dat een meerderheid niet weg wil uit de EU, al is de marge kleiner: 51,5 procent versus 48,5 procent.
Waardevoller dan opiniepeiling
Van der Putten schetst de meerwaarde van een data-analyse uit meerdere databronnen tegenover een opiniepeiling. "Los van de moeilijkheid tot een juiste steekproef te komen, is het grote probleem met opiniepeilingen dat het slechts vertelt wat mensen zéggen dat ze gaan stemmen. En mensen doen niet altijd wat ze beloven. Ook wij hebben in deze analyse gebruikgemaakt van een opiniepeiling, maar de meerderheid van onze bronnen gaat om keiharde data over wat mensen daadwerkelijk hebben gedáán."
Bakker vult aan: "Natuurlijk zeggen gegevens uit het verleden niet alles, maar het gaat erom dat je een ‘slimme’ analyse uitvoert. Dat betekent gezond verstand combineren met een grote hoeveelheid relevante data, die het heden en verleden zo goed mogelijk representeert. Daarbij is het cruciaal kritisch te kijken naar veranderingen en correcties die ontstaan door het toevoegen van nieuwe data, om daar weer logische aannames op te baseren. Als dat succesvol gebeurt, krijg je een voorspelling die robuuster is dan welke opiniepeiling dan ook."