De controle voorbij: cijfergebaseerde leiding geeft werknemers meer verantwoordelijkheid
6 juli 2016 -
Werknemers die worden aangestuurd op basis van objectieve gegevens, ervaren de verhoudingen met het bedrijf en de collega's als prettiger. Dat ervaart ook Laurent Lefouet, Managing Director – EMEA bij Anaplan, in de praktijk.
Het valt hem op dat alles in onze economie draait om cijfers; performance management is dan ook uitgegroeid tot een van de belangrijkste voorwaarden om de concurrentie te slim af te zijn.
Lefouet: "In het digitale tijdperk gaan we bovendien anders om met onze tijd. Consumenten hebben meer haast en zijn veeleisender; ze zijn beter geïnformeerd, maar ook minder trouw. Deze ontwikkeling stimuleert bedrijven om meer inzicht te verwerven in het koopgedrag van hun klanten, want hoe beter u de klant kent, hoe beter u ook aan zijn wensen kunt voldoen. Eenzelfde mechanisme geldt voor de werknemers binnen het bedrijf."
De realiteit op de werkvloer meetbaar maken
Volgens Lefouet is het is geen geheim dat succesvolle bedrijven bijzonder veel belang hechten aan cijfers om hun activiteiten onder controle te houden. Op dezelfde manier verzamelen ze ook graag informatie over hun werknemers. Volgens adviesbureau McKinsey is dat zelfs een van de voorwaarden voor het succes van digitale bedrijven: ‘De mogelijkheid om snel beslissingen te nemen is van cruciaal belang in een dynamische digitale omgeving. (...) De integratie van verschillende databronnen binnen een systeem dat consulteerbaar is door elke werknemer in het bedrijf, stimuleert het innovatietempo.’
Lefouet: "Beleidsbeslissingen nemen op basis van cijfergegevens is een manier om de realiteit op de werkvloer meetbaar te maken. Aan de hand van cijfers zijn de beslissingen van het management immers te documenteren en 'objectief' vast te stellen. De gegevens stellen u in staat een beeld te krijgen van de belangrijkste parameters, richting te geven, de vinger aan de pols te houden, naar de toekomst te kijken, en de kleinste veranderingen in de markt meteen op te sporen."
Informatietoegang voor iedereen
Lefouet vervolgt: "Performance management maakt tegelijkertijd ook het leven binnen het bedrijf aangenamer. Het werkt absoluut motiverend, want alle neuzen wijzen dezelfde kant op. Iedere medewerker weet waar hij aan toe is en hoe hij zal worden beoordeeld. In Frankrijk is het 'cijfersysteem' als beoordelingsschaal op scholen bijzonder goed geaccepteerd. Af en toe gaan er stemmen op om het systeem af te schaffen, maar uit enquêtes blijkt dat ouders, docenten en zelfs leerlingen erg gehecht zijn aan het cijfersysteem. De resultaten van wiskunde-examens worden nooit betwist. De prestatiemaatstaf is algemeen aanvaard, en dankzij feedback wordt het resultaat meetbaar."
"In het bedrijfsleven is dat niet anders. In het verleden was toegang tot informatie duur, en bijgevolg alleen bedoeld voor het topmanagement. Maar die toegang is dankzij de informatietechnologie steeds meer gedemocratiseerd: de werknemers genieten nu een grotere mate van autonomie en kunnen steeds vaker zelf beslissingen nemen. Dit leidt ertoe dat ze hun werk ervaren als interessanter en meer de moeite waard – kortom, ze worden meer gemotiveerd. De werknemers doen niet simpelweg wat ze gezegd wordt, maar kunnen op een rechtstreekse manier bijdragen aan de ontwikkeling en de winstgevendheid van het bedrijf. Onafhankelijkheid, vervulling en feedback zijn thema's die het bijzonder goed doen bij de jongere generaties – de intussen welbekende millennials – die in het leven eerder op zoek zijn naar zingeving dan naar materieel comfort."
Objectieve gegevens
Lange tijd werden management en sturing op basis van cijfers gezien als een methode die voorbijgaat aan het welzijn van de medewerkers en aan de kwaliteit. Lefouet vindt dat het tegendeel waar is: "Werknemers die sturing krijgen op basis van objectieve gegevens, ervaren de verhoudingen met het bedrijf en de collega's als prettiger. Geen discriminatie meer, geen 'bevoorrechte klasse', weg met de machtspositie van 'bazen' die privileges kunnen toestaan of intrekken. Het nieuwe motto van elk bedrijf moet luiden: gelijkheid, broederschap, concurrentievermogen, reactiviteit!"
Lefouet zegt verder: "We zijn van mening dat de werknemers de belangrijkste spelers zijn in de winstgevendheid en groei van de onderneming – maar dan moeten ze wel toegang krijgen tot alle informatie die ze dagelijks nodig hebben om snel beslissingen te kunnen nemen. Iedereen in het bedrijf moet gebruik kunnen maken van de informatie van anderen om de klant de beste dienstverlening te bieden. En daarvoor mag er best een beetje out-of-the-box worden gedacht."
Meer aandacht voor kwaliteit
Lefouet concludeert dat het digitale tijdperk ons dwingt tot een hectisch tempo. "Bedrijven moeten in bijna real-time data kunnen meten en feedback kunnen geven of krijgen. Maar naast de kwantitatieve aspecten zien we dat de nadruk steeds meer komt te liggen op kwaliteit. Sommige zaken zijn relatief makkelijk te meten: hoeveel tijd een bezoeker doorbrengt op de website, hoeveel artikelen geproduceerd of verkocht worden, de productiekosten. Andere activiteiten zijn dan weer veel moeilijker te beoordelen – denk maar aan het rendement op investering van een marketingcampagne. Maar hoe zit het met de immateriële parameters? Hoe meet u de motivatie van een werknemer, de klanttevredenheid of het innovatietempo? In die gevallen kunnen we echt niet om de kwalitatieve factoren heen."
