‘Ernstige twijfel bij CEO over toekomstige relevantie onderneming’
28 juni 2016 -
Bestuursvoorzitters van grote ondernemingen maken zich grote zorgen over de vraag of hun producten en diensten de komende jaren nog wel relevant zullen zijn. De CEO’s voorzien dat de technologische ontwikkelingen een dermate hoge vlucht zullen nemen dat hun bedrijfsmodellen volledig overhoop zullen worden gegooid en zij niet meer in staat zullen zijn om te voldoen aan de verwachtingen van hun klanten.
Uit de jaarlijkse CEO Outlook van KPMG onder ruim 1.000 CEO’s blijkt dat bijna 80 procent van de bestuursvoorzitters zich zorgen maakt over de vraag of het bedrijf in staat is de technologische ontwikkelingen bij te benen. Na economische factoren zullen technologische veranderingen volgens de onderzochte bestuurders de komende drie jaar de grootste invloed hebben op de groei van de onderneming. De invloed van technologische innovatie wordt volgens de CEO’s zo groot dat ruim 80 procent zich zorgen maakt over de vraag of de huidige producten en diensten de komende drie jaar nog wel relevant zullen zijn voor de klant.
Nieuwe uitdagingen
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat een ruime meerderheid van de CEO’s zich bewust is van het belang om een cultuur van innovatie binnen de onderneming te realiseren, snel te reageren op technologische mogelijkheden en te investeren in nieuwe processen. "De meeste CEO’s realiseren zich echter ook dat zij op dit moment te maken krijgen met vraagstukken waarmee zij nog niet eerder in hun loopbaan geconfronteerd zijn,"zegt Rob Fijneman, Head of Advisory bij KPMG. Fijneman: "Ruim 70 procent van de CEO’s vindt dan ook dat de komende drie jaar bepalender zullen zijn voor de toekomst van de onderneming en de sector waarin zij opereren dan de afgelopen vijftig jaar. Bijna de helft van de bestuurders verwacht dat de onderneming er over drie jaar compleet anders zal uitzien. Dat betekent dat de meeste bedrijven de weg naar transformatie inmiddels zijn ingeslagen, hun strategie serieus heroverwegen en hun eigen disruptieve technologieën invoeren."
Gebrek aan kwaliteit
Geconfronteerd met de noodzakelijke transformatie en de toenemende technologische ontwikkelingen, realiseren de CEO’s zich dat de aanwezige kwaliteiten tekort schieten om alle veranderingen in goed banen te leiden. Meer dan 50 procent van de bestuurders geeft aan dat de kennis en vaardigheden binnen de belangrijkste bedrijfsfuncties te kort schieten. Nagenoeg alle bedrijven richten zich dan ook op het ontwikkelen van zowel het huidige als het toekomstige talent binnen de organisatie. Ruim 90 procent geeft bovendien aan dat zij het werknemersbestand de komende drie jaar willen uitbreiden. Fijneman: "CEO’s zullen op zoek moeten naar een heel ander soort werknemer. Mensen die gewend zijn met veranderingen om te gaan en die de verantwoordelijkheid durven nemen bij belangrijke beslissingen die eigenlijk bij de CEO liggen. Het is opvallend dat één op de vijf bedrijven zich richt op het behoud van ervaren werknemers en het aantrekken van oudere mensen met veel werkervaring om het huidige gebrek aan kennis en vaardigheden op te vullen."
Onvoldoende voorbereid op cybercrime
De golf van nieuwe technologische ontwikkelingen brengt voor de bedrijven ook de nodige risico’s met zich mee. De dreiging van cybercriminaliteit vormt voor de CEO op dit moment duidelijk het belangrijkste punt van zorg. Ruim 70 procent van de bestuurders is bovendien van mening dat de organisatie niet volledig voorbereid is op dit soort risico’s. Fijneman: "Met ‘The Internet of Things’, het toenemend gebruik van artificial intelligence en cognitieve computertechnologieën, zijn de veiligheidsrisico’s fors toegenomen. Overigens is de beperkte mate waarin de bedrijven aangeven voorbereid te zijn, een signaal dat de CEO de complexiteit en onvoorspelbaarheid van cyber serieus neemt. Zij laten hiermee zien dat zij het voorkomen van cybercriminaliteit als hun verantwoordelijkheid zien en er alles aan willen doen om de deur gesloten te houden."
