19 mei 2016 -
Thuiswerken en flexibele werktijden worden door Nederlanders beschouwd als de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde. Dit blijkt uit onderzoek van Paralax onder 179 Nederlanders. Een derde van de Nederlanders hecht het meest aan thuiswerken, daarna volgt flexibele werktijden met 28 procent. Een bonus wordt door maar zestien procent van de respondenten gekozen.
Slechts vier procent van de werkende Nederlanders zegt helemaal geen waarde aan de mogelijkheid om flexibel te werken te hechten. Een overgrote meerderheid (48 procent) geeft aan dit daarentegen wel heel belangrijk vinden. Van de respondenten met kinderen vindt zelfs 60 procent flexibele werktijden heel erg belangrijk, terwijl dit onder medewerkers zonder kinderen de helft blijkt te zijn. In de praktijk blijkt echter dat slechts 26 procent van de respondenten daadwerkelijk volledig zelf mogen bepalen wanneer hij of zij flexibel werkt. Voor de helft van de respondenten geldt dat flexibel werken wel mogelijk is, mits dit in afstemming gebeurt met collega’s.
Kom medewerkers tegemoet
Rob Buikema, algemeen directeur bij Paralax Planning Solutions: "De voorkeur voor flexibel werken van de werknemer komt blijkbaar niet altijd overeen met die van de werkgever. Voor het creëren van tevreden medewerkers en een goede werk-privé-balans is het echter wel belangrijk dat ude medewerkers tegemoetkomt in hun persoonlijke behoeften. Daarnaast is het opvallend dat naarmate de respondenten ouder worden, zij steeds meer zelf kunnen bepalen waar en wanneer zij werken. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de functies die zij binnen een organisatie bekleden en bijbehorende autonomie die deze flexibiliteit met zich meebrengt."
Flexibele werktijden worden door werknemers tussen de 35 en 45 jaar het meest belangrijk gevonden, voor mensen onder de 25 jaar lijkt dit het minst van belang. Het belang van de kinderen (38 procent) of het kunnen indelen van de eigen tijd (37 procent) zijn de belangrijkste redenen waarom medewerkers flexibel willen werken. Langer slapen of vanwege hobby’s of sporten zijn de minst belangrijke redenen. Er is overigens vrijwel geen verschil te zien in voorkeur per geslacht.
Goede arbeidsvoorwaarden belangrijke motivator voor ICT’er bij overweging nieuwe uitdaging
ICT’ers hebben een luxepositie op de arbeidsmarkt: er is meer vraag dan aanbod naar ICT-professionals. "De concurrentie tussen bedrijven op de tech-arbeidsmarkt is de afgelopen jaren een stuk groter geworden, en het is daarmee moeilijker om ervaren krachten voor uw bedrijf te laten kiezen," stelt Thomas Brons van vacaturesite Bonque.
Alle hoogopgeleide ICT-professionals noemen salaris als de belangrijkste factor bij het zoeken naar een nieuwe baan, blijkt onder andere uit het onderzoek van onderzoeksbureau Intelligence Group. Net als Bonque onderzocht het onderzoeksbureau de Nederlandse ICT-arbeidsmarkt van dit moment. Naast primaire arbeidsvoorwaarden zoals verhoging van salaris spelen betere secundaire arbeidsvoorwaarden ook belangrijke rol in hun de overweging om een nieuwe uitdaging aan te gaan.
Welke arbeidsvoorwaarden dienen voor de ICT-professional vanzelfsprekend als drijfveer voor de zoektocht naar een nieuwe uitdaging?
Pensioenopbouw belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde
Waar eerder de mogelijkheid tot een opleiding binnen een bedrijf nog de belangrijkste arbeidsvoorwaarde voor de ICT’er was (ruim 80 procent van de ICT’ers noemde deze arbeidsvoorwaarde in 2013), lijkt er in 2015 voor het eerst meer aandacht te zijn voor een gedegen regeling voor pensioenopbouw. In 2013 kwam pensioenopbouw nog op de derde plaats; in 2015 is het de meest genoemde secundaire arbeidsvoorwaarde (70 procent). ICT’ers lijken dus meer aan hun oude dag te gaan denken, aldus Bonque.
Opleidingsmogelijkheden blijven in trek
Een groot percentage van ICT’ers is actief of latent op zoek naar een baan. En ontwikkelingsmogelijkheden in de vorm van opleidingen zijn daarbij een belangrijke drijfveer. Hoewel door pensioenopbouw van de troon gestoten, blijft deze voorwaarde in trek: ruim 60 procent van de respondenten gaf aan dat opleidingsmogelijkheden een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde voor hen is.
Het ontwikkelingsperspectief is voor werknemers een belangrijke factor om bij hetzelfde bedrijf te blijven werken. "Werkgevers zullen toekomstperspectief moeten bieden, naast een goed salaris om hun IT-talent binnen de poort te houden," adviseert Hans van der Spek, managementadviseur bij adviesbureau Berenschot.
Woon-werkverkeer
De ICT’er vindt het belangrijk om dicht bij huis te werken. Hoe ver willen ze volgens Intelligence Group dan reizen? 47,9 minuten bij een enkele reis. Vergeleken met de gemiddelde Nederlandse werknemer is dit tien minuten meer per enkele reis. Voor ICT’ers is de bereidheid om te verhuizen voor een goede baan niet zo hoog. "In 2013 was dit 35 procent, in 2015 is nog maar 24 procent bereid om in een andere plaats te gaan wonen voor hun droombaan," stelt Bonque. Waar de grootste groep ICT-professionals zich bevindt? Volgens de onderzoeken van Bonque en Intelligence Group is de grootste groep werkzaam in de Randstad en werkt de gemiddelde ICT’er daar ook het liefst.
Uitdagende, leuke werkzaamheden
Bonque vroeg haar kandidaten wat ze de belangrijkste kenmerken vinden van een nieuwe baan. Uitdagende en leuke werkzaamheden scoorden daar hoog. Ook leuke collega’s en zekerheid van een contract scoren als ‘vrij belangrijk’. Er is wel een verschil op te merken tussen junioren, mid-career en senior professionals. Ze worden aangetrokken door verschillende werkomstandigheden.
Junioren worden in vergelijking met mid-career en senior professionals tien procent meer gemotiveerd door uitdagend werk. Mid-career professionals worden vooral aangetrokken door een permanent contract en de duur van woon-werkverkeer. Senior professionals vinden daarentegen een goede werksfeer belangrijker. Salaris is voor alle ICT’ers van alle leeftijden motivator nummer één. En voor de inhoud van het werk geldt dat ICT-professionals van alle leeftijden dit belangrijk vinden.
Wilt u weten wat een ICT’er nog meer drijft bij het vinden van een nieuwe uitdaging? Of waar zij vacatures zoeken? Bonque voerde onderzoek uit onder 75.000 kandidaten uit haar eigen database. In het whitepaper van Bonque worden een flink aantal andere interessante punten over ICT’ers en de ICT-arbeidsmarkt genoemd.
Reclame... Paralax biedt oa tijdregistratiesystemen aan.
En sinds wanneer is een steekproef van 179 respondenten voldoende om ook maar enige generaliserende conclusies te trekken?!
De resultaten uit het onderzoek van Paralax sluiten aan op dat van het CBS en TNO. Zij deden onderzoek naar werkdruk, burnout en stress bij werknemers en de ZZP’ er, en wat blijkt. De ZZP’ er voelt minder werkdruk en heeft mindersnel last van burn-outachtige klachten dan een werknemer.
Logisch omdat de ZZP’ er of vanuit huis kan werken en veelal flexibeler is in zijn werktijden. Het CBS concludeert wel dat meer dan 7 procent van de ZZP’ ers zich minimaal een paar keer per maand opgebrand voelt door zijn werk, echter onder werknemers blijkt ruim twee keer zo veel.
Het blijkt dat een ZZP’ er meer uren per week werkt dan een werknemer in loondienst, groot voordeel is echter dat de ZZP’ er zijn tijd zelf kan en mag indelen.
Het woord flow of duende –van de Flamenco- wordt niet genoemd, toch meldt maar liefst 75 procent van de ZZP’ ers dat ze regelmatig helemaal opgaat in hun werkzaamheden, bij de werknemer in loondienst komt dat percentage niet boven de 60 procent uit.
Zelfstandigen voelen zich doorgaans ook fitter en sterker tijdens het werk. En ze vinden hun baan over het algemeen wat gevarieerder dan mensen die in loondienst zijn.
NB Het CBS en TNO hebben hun conclusie getrokken nadat 5000 zelfstandigen en bijna 38.000 werknemers werden ondervraagd.
Hiertussen zaten ook ZZP’ ers die werden ontslagen en ‘ uit nood’ ZZP’ er zijn geworden.