De verbeterde premieregeling inzake doorbeleggen na pensioen
29 april 2016 -
Op donderdag 10 maart nam de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel ‘Verbeterde premieregeling’ aan. Het aangenomen wetsvoorstel is bijna hetzelfde als het eerder door het kabinet ingediende wetsvoorstel ‘Variabele uitkering’. Daarmee is er meer duidelijkheid gekomen over doorbeleggen na pensioendatum.
"Met de keuze voor een variabele uitkering kiest de deelnemer op pensioendatum ervoor om niet een vastgestelde uitkering te kopen, maar om te blijven beleggen met het opgebouwde kapitaal. Er is dan ook geen noodzaak meer om op pensioendatum het volledige beleggingsrisico afgebouwd te hebben. Daarom hoeft hij vóór de pensioendatum het beleggingsrisico minder snel af te bouwen. Deze twee effecten samen zorgen ervoor dat de deelnemer gemiddeld genomen meer en langer in aandelen en andere rendementsgeoriënteerde beleggingen kan beleggen," zo stelt Gaston Siegelaer, senior consultant bij Willis Towers Watson. "Dit levert naar verwachting een hoger pensioen op, maar kan ook een hoger risico opleveren."
Hoeveel beleggingsrisico is passend in de uitkeringsfase?
Om te bepalen hoe beleggingsrisico uitpakt, moet je analyses uitvoeren. Je moet dan nagaan hoe de hoogte van de pensioenuitkering die je aan het kapitaal onttrekt door de tijd heen gaat variëren. Hoe ziet het verloop van de uitkering eruit in een pessimistisch scenario? Kan en wil de pensioengerechtigde de uitkomst van dat pessimistische scenario accepteren? Dat moet leidend zijn bij het bepalen van de beleggingsmix na pensioendatum. Niet iedere pensioengerechtigde verkeert in dezelfde financiële omstandigheden of heeft dezelfde risicobereidheid. Daar passen dus verschillende beleggingsmixen bij.
Wat betekent dit voor de gewone deelnemer?
Deze zal van zijn pensioenuitvoerder een keuze voorgelegd krijgen tussen een vastgestelde en een variabele uitkering. Het aanvangsbedrag van een variabele uitkering mag hoger worden bepaald dan van een vastgestelde uitkering. Dit gebeurt door een vaste daling van de uitkering in te rekenen. Het geld uit het eigen pensioenpotje wordt hiermee eerder geconsumeerd; het is een sigaar uit eigen doos. Naar verwachting kan doorbeleggen een hoger rendement opleveren, maar dat is geen garantie. De variabele uitkering gaat gepaard met meer risico, waarover de deelnemer moet worden voorgelicht door middel van een pessimistisch rendementsscenario.
Pensioenuitvoerders van een beschikbare premieregeling staan voor de keuze of ze al dan niet een variabele uitkering gaan aanbieden. Ook als ze die niet gaan aanbieden, raakt het wetsvoorstel hen. Ze moeten de deelnemer immers beide mogelijkheden bieden. Kiest een deelnemer voor de variant die de uitvoerder niet biedt, dan heeft hij het wettelijk recht om te gaan shoppen, dat wil zeggen het opgebouwde kapitaal overdragen naar een andere aanbieder die de variant van zijn keuze wel uitvoert. Uitzondering op dat shoprecht is als de deelnemer al voor de pensioendatum is toegetreden tot een collectiviteit waarvoor een collectief toedelingsmechanisme voor beleggingsrisico geldt. Na toetreding heeft de deelnemer zijn shoprecht verspeeld.
Wanneer u als deelnemer voor pensioendatum tot een collectiviteit bent toegetreden of op pensioendatum voor een variabele uitkering hebt gekozen, zit udaarin levenslang vast. Levenslang blijven er beheerkosten aan uw pensioenpotje onttrokken worden. De tucht van de markt kan zijn werking niet doen want niemand kan eruit (tenzij u voor pensioendatum van werkgever verandert en een waardeoverdracht pleegt).
Vijf aandachtspunten voor de werkgever
Werkgevers die voor hun werknemers een geschikte pensioenuitvoerder voor de beschikbare premieregeling willen uitzoeken, doen er goed aan om op een aantal aspecten goed door te vragen, zoals:
Hoe houdt de pensioenuitvoerder rekening met het feit dat niet iedereen in dezelfde financiële omstandigheden verkeert of dezelfde risicohouding heeft?
Hoe wordt ervoor gezorgd dat de pensioengerechtigde een passende beleggingsmix krijgt?
Hoe wordt voorkomen dat de kosten die worden onttrokken aan het kapitaal na pensioendatum uit de pas gaan lopen ten opzichte van marktconforme tarieven?
Hoe worden toekomstige aanpassingen aan de uitkering vanwege wijziging levensverwachting of over- of ondersterfte bepaald?
Hoe worden deelnemers voorgelicht over en begeleid bij de keuze tussen een vastgestelde en een variabele uitkering?
Een werkgever kan op deze aspecten voor zijn werknemers veel waarde toevoegen door hier in de selectie op te letten.