7 april 2016 -
De onzekerheid over de hoogte van toekomstige pensioenuitkeringen zal de komende jaren verder toenemen. Deze stelling is af te leiden uit de jaarlijkse Pensioenbenchmark van werkgeversvereniging AWVN. Uit de benchmark blijkt dat de premies voor pensioenregelingen ongeveer gelijk zijn aan de premies over het jaar 2015. De hoogte van de rente is de belangrijkste graadmeter voor het berekenen van pensioenpremies.
Op grond van de vorig jaar gedaalde rentestand - de belangrijkste graadmeter voor het berekenen van pensioenpremies – zou een premieverhoging verwacht mogen worden. AWVN concludeert hieruit dat sociale partners en pensioenfondsbesturen andere rekenregels hanteren. Er wordt bij de berekening van pensioenpremies voortaan uitgegaan van een te verwachten rendement op die premie en niet langer van een veilige rente. Daarbij is zekerheid ingeleverd om versobering van de regelingen te vermijden.
Minder pensioenfondsen
Uit het onderzoek blijkt verder dat het aantal pensioenfondsen gestaag afneemt en dat 90 procent van de fondsen een middelloonregeling hanteert. Voor het eerst zijn in dit jaarlijkse onderzoek geen eindloonregelingen meer aangetroffen. De gemiddelde pensioenleeftijd is opgelopen tot 67 jaar. In 2012 was dat nog 65 jaar. Slechts twee fondsen hanteren nog de ‘oude’ pensioenleeftijd van 65 jaar.
De AWVN Pensioenbenchmark 2016 vergelijkt 82 Nederlandse pensioenfondsen. Bij deze fondsen is driekwart van alle Nederlandse werknemers aangesloten.