4 april 2016 -
Het merendeel van de Nederlandse bedrijven kent een vorm van variabele beloning, het is echter een bescheiden deel van de totale beloning van werknemers. Voor de laagstbetaalden beslaat het variabele beloningsdeel gemiddeld twee procent, voor de hoogst betaalden 30 procent.
Dat blijkt uit een onderzoek van AWVN naar variabel belonen in het Nederlandse bedrijfsleven. Aan het onderzoek namen 62 AWVN-leden deel. Onder hen zijn grote bedrijven (500+) enigszins oververtegenwoordigd. De deelnemers vertegenwoordigen alle sectoren van de economie.
Korte en lange termijn
Het overgrote deel van de deelnemende organisaties (78 procent) heeft een vorm van variabel belonen. Bijna de helft van alle bedrijven (49 procent) heeft een regeling voor variabel belonen voor de korte termijn (het variabele beloningsdeel is dan afhankelijk van behaalde resultaten over een termijn van maximaal een jaar). 27 procent van alle bedrijven heeft zowel een regeling voor de korte als voor de lange termijn. Slechts twee procent heeft uitsluitend een regeling voor lange-termijn resultaten. 22 procent heeft geen regeling.
Korte termijn belonen
Regelingen voor variabel belonen korte termijn (het gaat daarbij bijvoorbeeld om winstdelings- en bonusregelingen) worden op alle functieniveaus gehanteerd, maar verhoudingsgewijs meer bij leidinggevende functies.
Lange termijn belonen
Regelingen voor lange-termijn-resultaten, zoals optie- en aandelenregelingen, zijn vooral voor hogere functiegroepen en voor verkoopfuncties. Zo hanteert bijvoorbeeld twee procent van de organisaties een aandelenregeling voor sales functies.
AWVN verwacht dat het aandeel van variabel belonen de komende jaren ongeveer constant blijft.