31 maart 2016 -
De meeste Nederlandse werknemers betalen per 1 april meer loonbelasting en houden daardoor netto minder loon over. Door de invoering van de definitieve belastingtarieven voor 2016 gaat iemand met een modaal inkomen er ten opzichte van 1 januari netto drie euro per maand op achteruit; anderhalf keer modaal verdient netto bijna zeven euro minder per maand en twee keer modaal levert netto tien euro in.
Doordat de overheidssector per 1 april ook nog eens meer pensioenpremie gaat betalen, is het verschil bij ambtenaren het grootst. Een ambtenaar met een inkomen van anderhalf keer modaal gaat er netto elf euro per maand op achteruit; twee keer modaal ziet maandelijks zeventien euro minder op de salarisstrook terug.
Dit blijkt uit berekeningen van ADP op basis van de belastingtarieven, pensioenpremies en andere premies en heffingen die per 1 april 2016 gelden. ADP verzorgt maandelijks de salarisstrook van 1,4 miljoen Nederlandse werknemers.
Eerste schijf geen verschil
De inkomens tot 1.750 euro bruto per maand (eerste schijf) zien geen verschil. De hogere belastingtarieven gelden alleen voor de tweede en derde schijf. De verhoging van het belastingtarief van 40,20 procent naar 40,40 procent werd pas in december bekend, waardoor deze per 1 januari nog niet doorgevoerd kon worden. Om een naheffing te voorkomen, volgt per 1 april een ‘inhaalslag’ over de eerste drie maanden. De resterende negen maanden van dit jaar wordt gerekend met een tarief van 40,46 procent.
Grootste achteruitgang voor ambtenaren
In de branches Bouw, Metaal & Techniek, Zorg & Welzijn en Transport zijn de verschillen vergelijkbaar. De verschillen in Metaal & Techniek zijn het kleinst: een modaal inkomen in deze sector levert maandelijks netto twee euro in. De grootste verschillen zijn bij de sector Overheid te zien. Ambtenaren betalen namelijk ook nog eens meer pensioenpremie. Per 1 april verhoogt het ambtenarenpensioenfonds ABP zijn premie. Deze premie is aftrekbaar van het loon, maar de achteruitgang van een ambtenaar met een modaal inkomen loopt op tot iets meer dan zeven euro per maand. Het verschil loopt op tot maximaal twintig euro netto bij drie keer modaal of meer.
Kleine tegenvaller voor gepensioneerden in 2017
De belastingverhoging beperkt zich niet tot werkenden. Gepensioneerden met een aanvullend pensioen van 1.700 euro gaan enkele dubbeltjes per maand meer betalen. "Omdat veel gepensioneerden vaak meerdere kleinere pensioenen ontvangen, lijkt het alsof de belastingverhoging hen niet raakt. Maar over het totaal van hun aanvullende pensioenen en AOW uitkering kan de tariefstijging van 22,30 procent naar 22,50 procent betekenen dat gepensioneerden volgend jaar iets meer moeten bijbetalen dan gedacht," zegt Dik van Leeuwerden, bij ADP verantwoordelijk voor alle kennis over wet- en regelgeving op het gebied van HR en salarisverwerking.
Lage lonen: extra alert bij belastingaangifte
Zeker voor werknemers die in 2015 minder verdienden dan 19.500 euro bruto is het de moeite waard om te kijken of ze nog recht hebt op een teruggaaf over 2015. De opbouw van de arbeidskorting werd in 2015 niet meegenomen over vakantiegeld en andere bijzondere beloningen. Daardoor is bij de berekening van het salaris met een te lage korting rekening gehouden. Het verschil kan oplopen tot meer dan 250 euro.
Communicatie richting werknemers
Als het nettoloon verandert, levert dat vaak veel vragen op bij de afdeling salarisadministratie. ADP adviseert zijn klanten om rond de salarisbetaling van april de veranderingen door te geven aan hun werknemers. Een korte uitleg kan al veel vragen en dus werk voorkomen. ADP heeft een voorbeeldtekst op zijn website beschikbaar.
Verantwoording, rekentool en complete cijfers
Bij de berekeningen is uitgegaan van pensioenregelingen van ABP, Zorg & Welzijn (voorheen PGGM), Bouw, Transport en Metaal & Techniek. Waar wordt gesproken over pensioenpremies, zijn ook andere verplichte inhoudingen zoals de WIA-bodem- en WGA-hiaatverzekering in de berekeningen meegenomen. ABP-pensioenregelingen gelden voor diverse sectoren. ADP is uitgegaan van de sector ‘overheid, onderwijs’. Voor Zorg & Welzijn is gekeken naar ‘kinderopvang’. Voor de sector Transport is uitgegaan van Beroepsgoederenvervoer. Voor de sector Bouw is gerekend met lonen per vier weken.
ADP kondigde de wijzigingen per 1 april eerder al aan tijdens de persbijeenkomst over de eerste loonstrook op 6 januari. Een compleet overzicht van deze cijfers is hier terug te vinden.