21 maart 2016 -
De ECB verlaagde afgelopen week opnieuw haar rentetarieven. Onder marktvolgers is er al enige tijd een levendige discussie of het verder verlagen van de rente - zelfs tot in negatief niveau - nog veel effect heeft. Een groot deel van de staatsobligaties in Europa handelt tegen negatieve rentes, wat kopzorgen oplevert voor veel beleggers.
Pensioenfondsen zien hun dekkingsgraden dalen en spaarders krijgen steeds minder rente over hun tegoeden. Dit schrijft Valentijn van Nieuwenhuijzen, Hoofd Multi-Asset, bij NN Investment Partners.
Impuls
Van Nieuwenhuizen: "In de afgelopen maanden kwamen ook de banken weer onder druk te staan; door de dalende rentemarges dalen de inkomsten. De zorgen dat het ontluikende herstel van de kredietverlening in de eurozone in de knop zou worden gebroken namen toe. De centrale bank heeft deze zorgen onderkend en komt met maatregelen die de kredietverlening moeten stimuleren. Door middel van nieuwe TLTRO's ('targeted long-term refinancing operations') worden banken die meer krediet gaan verlenen daarvoor beloond.
De ECB tracht zo de economie een nieuwe impuls te geven, door het aanbod van krediet te stimuleren. Echter, de vraagzijde van de economie blijft nog altijd achter. De consument is meer gaan besteden en heeft tot nu toe het herstel van de economie voor een belangrijk deel gedragen. Investeringen van bedrijven zijn achtergebleven, mede omdat zij nog weinig groeiperspectieven zien. Bovendien is er nog altijd sprake van overcapaciteit in de economie, dus waarom zouden zij investeren als de vooruitzichten op hogere groei zo beperkt zijn?"
Een duwtje in de rug
Van Nieuwenhuizen: "Bemoedigend waren de economische groeicijfers over het vierde kwartaal, waaruit bleek dat de groei van de investeringen aantrekt. Mede door de onzekere economische omgeving lijkt het nu de hoogste tijd voor een extra duwtje in de rug. Dat is iets waar de ECB in directe zin niet veel aan kan doen. Overheden echter wel. Nu de bodem van de gereedschapskist van de ECB in zicht is, is het aan overheden om de groei te stimuleren. Zij kunnen al geruime tijd tegen zeer aantrekkelijke rentes geld lenen - sommige krijgen zelfs geld toe - waardoor het juist nu zo aantrekkelijk is om te investeren.
Mario Draghi heeft met zijn ‘whatever it takes’ in juli 2012 en de daaropvolgende reeks maatregelen aangetoond dat het hem en de ECB menens is de eurozone in veilige haven te loodsen. Hij hamerde er echter ook altijd op dat overheden ook hun steentje moeten bijdragen in de vorm van hervormingen en investeringen. Tot nu toe zijn zij schromelijk in gebreke gebleven. Dit terwijl de ultra-lage renteomgeving een unieke kans biedt om te investeren in onderwijs, in duurzame energie en in verschillende vormen van infrastructuur. Op deze manier zou zowel het cyclisch momentum, op de korte termijn, als het economisch groeipotentieel op de lange termijn een belangrijke impuls krijgen. Het zou tevens een sterke aanjager zijn voor de private investeringen. De kosten voor rente en aflossing stijgen daarbij nauwelijks. Sterker nog, overheden die zichzelf tegen negatieve rentes kunnen financieren worden betaald om te investeren in hun eigen toekomst!
De vraag is nu; wie komt er als eerste over de brug en geeft het goede voorbeeld. Een eurozone-breed gecoördineerd actieplan zou uiteraard het meest wenselijk zijn. Echter, een bekend Europees politicus heeft nog niet zo lang geleden geroepen ‘wir schaffen das’ en we weten allemaal wat dat tot nu toe heeft opgeleverd..."