16 maart 2016 -
Bijna de helft van de Nederlandse bedrijven neemt meer vrouwelijke managers aan, zo blijkt uit onderzoek van Michael Page. Desondanks bungelt Nederland nog altijd onderaan de ranglijst van landen met vrouwen in de allerhoogste managementposities.
Dat heeft weliswaar voor een deel te maken met de mogelijkheden en faciliteiten die onze samenleving aan werkende ouders biedt, maar ook voor een heel groot deel met het lef van vrouwen zelf, stelt Mischa Voogt, Managing Director bij Michael Page Nederland.
Steeds meer vrouwelijke managers
Het aantal vrouwelijke managers is de afgelopen jaren flink toegenomen. Bijna de helft van alle bedrijven in het onderzoek van Michael Page geeft aan dat er op dit moment meer vrouwen in managementposities werken dan vijf jaren geleden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vormen vrouwen op dit moment in totaal iets meer dan een kwart van de managementlaag in Nederland. Dat neemt echter niet weg dat Nederland op de internationale ranglijst laag scoort als het gaat om vrouwen in topposities. De groei zit voornamelijk in het middenmanagement. In het senior management zijn vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd. Dat percentage ligt rond de elf procent, terwijl het gemiddelde in Europa rond de 23 procent ligt.
Geen vrouwenquotum in Nederland
In de ons omringende landen zijn inmiddels wetten aangenomen die dit glazen plafond aan de top moeten doorbreken. Zo moeten de raden van bestuur van grote beursgenoteerde bedrijven in België tegen 2017 voor minstens een derde uit vrouwen bestaan. In Duitsland moeten bedrijven vanaf dit jaar minstens 30 procent vrouwen op topposities benoemen. In Nederland is vooralsnog afgezien van een vrouwenquotum. Terecht of onterecht? "Ik ben zelf niet zo'n heel erge voorstander van dingen opleggen," zegt Voogt. "Een vrouwenquotum vind ik een laatste redmiddel, maar ik kan me wel voorstellen dat het werkt als katalysator. Ik ben er echter wel voor om dat dan vervolgens weer af te bouwen. We moeten oppassen dat we niet in een situatie komen waarin we vrouwen puur aannemen omdat ze vrouw zijn, in plaats van omdat ze goed zijn."
Wat wil de vrouw?
Kansen en mogelijkheden spelen natuurlijk wel een rol bij het lage percentage vrouwen in topposities, maar ook vrouwen zelf kunnen nog heel veel winnen door zich de juiste instelling eigen te maken, vindt Voogt. "U betreedt een beetje een mijnenveld wanneer u zich hierover uitspreekt, maar in de dagelijkse praktijk zie ik een essentieel verschil tussen mannen en vrouwen als het aankomt op lef. Vraag ik aan een zaal vol mannelijke kandidaten wie klaar is voor een volgende stap in zijn carrière, dan gaan alle handen omhoog. Stel ik dezelfde vraag aan een zaal vol vrouwen, dan steekt bijna niemand haar vinger op. Vrouwen zouden er denk ik goed aan doen zich die bravoure van mannen wat meer eigen te maken."
Ook wil Voogt de perceptie dat een fulltime baan slecht te combineren is met kinderen vanuit haar eigen ervaring nuanceren. Zelf moeder van twee kinderen, fulltime werkend, met een partner die ook fulltime werkt, bewijst ze dat het wel degelijk mogelijk is. "Zolang u voor structuur en duidelijkheid zorgt, hoeft fulltime werken geen probleem te zijn. Kinderopvang is niet goedkoop, maar omdat u een goede baan hebt, heeft u ook de middelen om het goed te regelen. Mijn kinderen komen absoluut niets tekort. Ook is het goed als vrouwen zich beter realiseren dat wanneer ze tijdelijk stoppen of minderen met werken, ze voor de lange termijn kiezen voor inkomensverlies en dat het vaak moeilijk is om weer op hetzelfde niveau aan de slag te gaan. Dat gezegd hebbende, zijn er natuurlijk wel degelijk stappen die we als samenleving kunnen zetten om de gelijkheid te bevorderen."
Gelijke rollen, gelijk verlof
In Scandinavische landen als Noorwegen en Zweden hebben mannen recht op hetzelfde aantal maanden zwangerschapsverlof als vrouwen, is de kinderopvang goedkoper en sluit het schoolsysteem beter aan op de werktijden dan in Nederland. Volgens Voogt zijn dit voorwaarden om een gelijke uitgangspositie tussen mannen en vrouwen te creëren. "Een probleem op de Nederlandse arbeidsmarkt is dat het voor veel werkgevers moeilijk is om een keuze te maken die niet discriminerend is. Heeft u bijvoorbeeld de keuze tussen een vrouw die net getrouwd is en een man die net getrouwd is, dan is het waarschijnlijker dat de vrouw binnen afzienbare tijd met zwangerschapsverlof zal gaan. We zeggen weliswaar vanuit de wetgeving dat je daar niet naar mag kijken, maar de feiten liggen er wel. Wanneer we het verlof gelijkschakelen, dan is dat iets wat niet meer meeweegt. Ook de kinderopvang en ons schoolsysteem zouden fulltime werkende ouders beter kunnen ondersteunen: kinderopvang is erg duur in Nederland en wanneer de schooltijden aan zouden sluiten op de werktijden, dan is het voor veel vrouwen alweer een stuk eenvoudiger om een toppositie na te streven."
Minder mannen
Het aantal mannelijke managers is overigens in dezelfde periode een stuk minder gestegen. Slechts tien procent van de Nederlandse bedrijven in het onderzoek geeft aan dat er op dit moment meer mannelijke managers zijn dan voorheen. Dat komt overeen met bevindingen van het CBS, dat zelfs een lichte daling van het aantal mannelijke managers ziet. Ook hier ligt de verschuiving echter voornamelijk in het middenmanagement en niet bij de topposities.
Er zijn relatief veel vrouwen die het goed doen in leidinggevende posities. Ik heb ze zelf meegemaakt. Er zijn natuurlijk bedrijven dit ook zo ervaren. Als meer bedrijven dit ook zien dan heb je in principe geen wetgeving nodig om het aantal vrouwen in leidinggevende posities te laten stijgen. Ik vraag me af of het vrouwelijk geslacht wel zo blij zou moeten zijn met een quotum. Men kan het gevoel krijgen de betreffende baan niet zonder wetgeving en niet op eigen kracht te hebben kunnen verkrijgen. Er zijn veel goede voorbeelden van sterke vrouwen in het middensegment en het hogere kader die het gewoon veel beter doen dan het mannelijk geslacht. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling om laatstegenoemde sexe op achterstand te zetten. Resumerend kan er worden gesteld dat het geslacht niet bepalend mag zijn voor de kwaliteit die men in huis haalt.