11 maart 2016 -
Familiebedrijven in Nederland ontwikkelen zich tot een 'banenmachine'. Ze hebben in de achterliggende crisisperiode voor meer werkgelegenheid gezorgd dan het landelijk gemiddelde. Dit blijkt uit het onderzoek 'Het familiebedrijf; veelzijdig belang voor de Nederlandse samenleving' van accountants- en adviesorganisatie PwC over de betekenis van familiebedrijven voor de Nederlandse economie.
PwC presenteert het onderzoek vandaag tijdens TEFAF in Maastricht.
Positieve trend
De familiebedrijven uit de top-100 hebben in de periode 2010-2014 maar liefst 8 procent meer nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd. "Dit staat in schril contrast tot het totale landelijke cijfer dat een daling laat zien van 0,4 procent", aldus PwC-partner Renate de Lange. "Op grond van onze onderzoeksresultaten verwachten wij dat familiebedrijven de positieve trend zullen doorzetten. Met name de rol van familiebedrijven als schepper van banen zal belangrijk blijven voor de toekomst. Niet alleen vanwege de directe economische gevolgen van 'het kunnen werken', maar ook omdat dit direct bijdraagt aan het voorkomen van schooluitval en het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting."
Berekend over de periode 2009-2014 was de stijging van het aantal banen bij familieondernemers nog veel groter, namelijk 19 procent. Landelijk bleef de groei in dat tijdvak steken bij 1,6 procent, aldus het onderzoek.
Ouderen
Volgens De Lange is er sprake van een opvallende banengroei bij de familiebedrijven. Deze categorie draagt hiermee bovengemiddeld bij aan de doelstelling van de Europese Commissie om in 2020 minimaal driekwart van de Europese bevolking tussen de 20 en 64 jaar aan het werk te hebben." Daarnaast zetten familiebedrijven zich in voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Juist voor deze kwetsbare groep is een grote behoefte aan arbeidsplaatsen."
Mooie ontwikkeling. In ieder geval een mooi teken dat familiebedrijven in de huidige samenleving nog steeds kunnen overleven en zelf kunnen zorgen voor een toename van werkgelegenheid.