Ruim tien procent van de Nederlanders vindt virtueel even goed als face-to-face
26 februari 2016 -
Elf procent van de Nederlanders vindt virtueel contact net zo goed als face-to-face. Bijna een kwart (23 procent) heeft liever face-to-face contact. Hiermee is Nederland één van de landen samen met de UK, Tsjechië, België, Zweden en Duitsland die het minst virtueel zijn ingesteld.
Nederland wijkt af van het wereldwijde gemiddelde waar juist 23 procent aangeeft virtueel contact net zo goed te vinden als face-to-face en vijftien procent voorkeur voor face-to-face contact heeft.
Dit blijkt uit GfK onderzoek uitgevoerd onder 27.000 mensen in 22 landen, waaronder ook Nederland.
Virtueel contact komt steeds vaker voor
Via steeds meer kanalen is virtueel contact mogelijk. Of het nu gaat om video conference op het werk, face-time via je smartphone, gesprekken via Facebook en What's App of het ontdekken van andere steden en ontmoetingspunten zoals restaurants en musea met behulp van Google Street view. Of deze manier van communiceren net zo goed is als face-to-face, zijn de meningen over verdeeld.
Minimaal verschil tussen man en vrouw
In Nederland is er nauwelijks verschil tussen man en vrouw. Twaalf procent van de mannen en elf procent van de vrouwen vindt virtueel contact net zo goed als face-to-face. De meerderheid van mannen (22 procent) en vrouwen (24 procent) hebben liever face-to-face in plaats van virtueel contact.
Leeftijdsverschillen
Niet verrassend is het vooral de jongste leeftijdsgroep (vijftien tot negentien jaar) waarvan 25 procent virtueel contact net zo goed vindt als face-to-face. Naarmate mensen ouder worden, wordt de voorkeur voor face-to-face steeds sterker. Van de leeftijdsgroep ' 60+' vindt nog maar zes procent virtueel contact net zo goed als face-to-face en wil 30 procent liever face-to-face contact.
Landenvergelijk
In Brazilië en Turkije vindt ruim een derde (34 procent) van de bevolking dat virtuele interactie net zo goed kan als face-to-face contact. Van de top vijf landen die geen voorkeur hebben voor face-to-face, volgen Mexico (28 procent), China (27 procent) en daarna Rusland (24 procent).