Nederlander denkt dat basisschoolkinderen binnen vijf jaar leren programmeren
11 februari 2016 -
Zo’n 40 procent van de Nederlanders verwacht dat alle kinderen op de basisschool binnen vijf jaar leren programmeren. Dat is een van de uitkomsten van het eerste Nationaal Tech Onderzoek.
Dit onderzoek heeft de EMC Federatie laten uitvoeren onder ruim 1.500 Nederlanders van allerlei leeftijden. De respondenten is gevraagd naar hun toekomstverwachtingen van technologische ontwikkelingen en hun algemene kennis over technologie, online veiligheid en privacy.
De glazen bol
Enkele vragen gingen over de visie op de toekomst wat betreft het gebruik van technologie.
Zelfrijdende auto’s
Ondanks alle recente berichtgeving rondom zelfrijdende auto’s, blijkt dat mensen dit vervoersmiddel niet heel snel dagelijkse praktijk zien worden. Twintig procent verwacht zelfs dat ze er nooit zullen komen terwijl een kwart ze al binnen vijf jaar op de weg verwacht. Maar de middenmoot, ruim 40 procent, gaat er vanuit dat de zelfrijdende auto in tien jaar zijn opwachting maakt.
Vaste telefonie
De vaste telefoon blijft volgens de respondenten voorlopig nog in gebruik. Bijna een derde denkt dat de vaste telefoon helemaal niet zal verdwijnen maar ruim 40 procent verwacht dat de vaste aansluiting binnen tien jaar ophoudt te bestaan.
3D-printers
Ruim 30 procent van de respondenten geeft aan dat er binnen vijf jaar meer 3D-printers van ‘normale’ printers worden verkocht.
Hans Timmerman, CTO van EMC Nederland: "Digital Transformation is iets waar het bedrijfsleven niet meer omheen kan. Elke organisatie zal verder digitaliseren om te kunnen acteren in een wereld waarin realtime interactie met klanten eerder regel dan uitzondering is. De consument, en zeker die in Nederland, is best ver in zijn digitale transformatieproces. Vaak zonder dat hij het weet. Smartphones zijn de standaard en zelfs de belastingaangifte gaat grotendeels online.
Bewust
Maar hoe bewust zijn wij daar als consument mee bezig en hoe denken wij dat techniek ons leven de komende jaren ook zal transformeren? Dit onderzoek laat zien dat er enerzijds nog veel moet gebeuren op het gebied van educatie, maar dat er aan de andere kant veel wordt verwacht van nieuwe technologie en er ook voor open staan. Organisaties die in staat zijn om zelf een succesvolle digitale transformatie door te maken en kunnen aansluiten op deze latente behoefte bij consumenten hebben goede kaarten in handen."
Hete hangijzers: privacy en security
Met de snelle adoptie van smartphones en een keur aan cloud-diensten zijn de thema’s privacy en dataveiligheid de afgelopen jaren op de agenda van veel mensen en media gekomen. Hoe denkt Nederland hierover?
E-mail
Over e-mail heerst veel onduidelijkheid onder Nederlanders. De helft van de respondenten denkt dat zijn/haar e-mail automatisch wordt geback-upt door mailproviders zoals Google (Gmail) of Microsoft (Hotmail). Ook denkt meer dan de helft dat wanneer zij, bijvoorbeeld via Ziggo, een mail naar een Gmail-account sturen, deze altijd naar buitenlandse servers wordt verzonden. Dat dit niet perse het geval is, blijkt onder deze respondenten niet bekend. Verder geeft bijna 60 procent aan er vertrouwen in te hebben dat Justitie alleen hun e-mail mag inzien wanneer het over de juiste papieren beschikt. Toch heeft vijftien procent van de respondenten er minder vertrouwen in dat Justitie zich aan deze regels houdt. Zij gaan ervan uit dat Justitie te pas en te onpas meekijkt in hun mailbox.
Public cloud
Dat Dropbox en Whatsapp public cloud-diensten zijn, blijkt bekend onder respectievelijk ruim 60 en ruim 30 procent van de respondenten. Maar wat een public cloud precies inhoudt, weet vervolgens slechts zeventien procent. Ruim de helft van de ondervraagden denkt dat de public cloud een opslagplaats in de cloud is, die voor het publiek toegankelijk is. Bijna twintig procent geeft aan niet te weten wat een public cloud is. Opvallend is dat veertien procent denkt dat de online belastingaangifte ook een public cloud-dienst is.
Bankzaken
Dat sommige organisaties goed moeten nadenken voordat ze beginnen aan financiële dienstverlening, blijkt uit de hypothetische vraag aan welke organisaties de respondenten hun bankzaken niet zouden toevertrouwen. Alibaba en Facebook scoren met 80 procent het laagst wat betreft vertrouwen. Het meeste vertrouwen ligt bij de gemeente waarin men woont; ruim de helft zou bankzaken in handen durven leggen van zijn of haar gemeente. Veiligheid is de meest voorkomende reden om terughoudend te zijn (64 procent) en daarnaast de angst dat hun financiële gegevens worden verkocht aan derden.
Encryptie
Bijna 70 procent weet dat encryptie het versleutelen van gegevens betreft. Slechts een kwart geeft aan dit begrip niet te kennen. Van alle ondervraagden denkt de helft dat Whatsapp de berichten niet versleuteld naar anderen verstuurt. Slechts tien procent weet dat dit wel het geval is.
Safe Harbour
Bijna 60 procent heeft geen idee wat het Safe Harbour-principe precies inhoudt. Dus 40 procent weet inderdaad dat dit over de opslag van gegevens van EU-burgers door Amerikaanse bedrijven gaat. Waarbij opvalt dat meer dan 40 procent van de mannen en een kleine 30 procent van de vrouwen deze term kent.
Algemene kennis: mannen vs vrouwen
De basale kennis over technologie loop bij mannen en vrouwen aardig gelijk op. Dat blijkt onder meer uit een aantal algemene kennisvragen dat is gesteld over (het ontstaan van) informatietechniek. Ruim 60 procent van de mannen en een kleine 60 procent van de vrouwen, weet dat het internet langer dan twintig jaar bestaat. Datzelfde percentage geldt voor het antwoord op de vraag hoe lang de smartphone bestaat. Wat betreft de intrede van de pc, weet precies 47 procent van zowel de mannen als van de vrouwen, dat dit langer dan dertig jaar geleden was.
De antwoorden lopen wel sterk uiteen waar het gaat om de vraag over e-mail en buitenlandse servers. Een kwart van de mannen weet dat een internetverbinding van 50 Mbit, gelijk staat aan een downloadsnelheid van ergens tussen de 5 en 25 MB per seconde. Slechts tien procent van de vrouwen wist hier het juiste antwoord op.
Leeftijden
Over het algemeen zijn de respondenten eensgezind in hun antwoorden; of zij nu 25 jaar of 55 jaar zijn. Bij een paar vragen loopt dat echter uiteen. Het valt op dat een derde van de 55- tot 65-jarigen zich niet kan voorstellen dat de vaste telefoon ooit verdwijnt, terwijl de helft van de 25- tot 34-jarigen dit binnen tien jaar ziet gebeuren. De groep van 35- tot 44-jarigen weet met een ruim twintig procent het beste wat een public cloud is; dat percentage zakt tot dertien procent voor de 55-plussers.