2 februari 2016 -
‘Hoeveel kost het?!’ Een vraag die bijna iedere niet IT-verantwoordelijke stelt bij nagenoeg elke technologische evolutie. De prijs van innovatie vormt al heel lang een barriėre voor technologische vooruitgang. Hier lijkt echter langzaamaan een kentering in te komen.
Technologische innovatie wordt daarbij niet volledig losgekoppeld van kosten – de Capex/Opex impact is nog steeds relevant – maar de toegevoegde waarde van technologie weegt zwaarder dan de kosten. Het onderzoek Master of Machines II, uitgevoerd door Quocirca in opdracht van Splunk, laat zien dat organisaties kosten als minder relevant beoordelen dan twee jaar geleden. "Bij investering in technologie ligt de nadruk nu veel meer op functionele optimalisaties die bijdragen aan groei van de business en stabiliteit in systemen en processen," zegt Matt Davies, Head of Marketing EMEA bij Splunk.
Kostenaspect
Ten opzichte van het vorige onderzoek dat Quocirca in 2013 uitvoerde is het kostenaspect de sterkste daler in de prioriteitenlijst van organisaties. Zaken als security, downtime, klantervaringen en het ondervangen van ‘data chaos’ vormen in plaats daarvan hogere prioriteiten. "Deze nieuwe aandachtsgebieden zijn het gevolg van de behoefte van organisaties om competitiever te worden en technologieprocessen niet alleen efficiënt te maken, maar ook van toegevoegde waarde voor de volledige business," aldus Davies.
Twee gevolgen
Davies vervolgt: "Technologie neemt een steeds belangrijkere plaats in voor zowel iedere individuele medewerker als organisaties als geheel. Iedere medewerker en iedere afdeling maakt gebruik van de apps en systemen die tegemoet komen aan hun specifieke behoeften – al dan niet verstrekt door het bedrijf. Dit heeft twee belangrijke gevolgen. De eerste is dat de platformen die deze functies beheren meertaliger en opener moeten zijn dan ooit tevoren. Dit verklaart voor een groot deel de elf procent groei in PaaS en IaaS-infrastructuren in de afgelopen twee jaar."
Het tweede gevolg - met een nog grotere impact - heeft betrekking op hoe deze systemen informatie combineren en verwerken om betere interne en externe diensten te leveren. Matt Davies: "Een concreet voorbeeld: consumenten willen een product of dienst afnemen, maar interacteren hierbij ook met de financiële afdeling, marketing, klantenservice en mogelijk verschillende andere bedrijfsdivisies."
Operationeel intelligent
Om klanten een sterke en uniforme dienstverlening te bieden, moeten bedrijven operationeel intelligent zijn. Dit betekent: weten wat er binnen de systemen gebeurt en begrijpen wat data en events exact betekenen. Operationele intelligentie is het vermogen om machinedata in te zetten om realtime zakelijke inzichten te vergaren. "Het verhogen van operationele intelligentie helpt om meer waardevolle processen en diensten te ontwikkelen die bijdragen aan de concurrentiepositie en groei. Het verleggen van de focus naar security en downtime om basisdiensten te verbeteren en het groeiende inzicht in het belang van innovatie en het aanpakken van datachaos is dus begrijpelijk," aldus Matt Davies.
Om bedrijven te laten meten hoe operationeel intelligent zij zijn is in het Masters of Machines II rapport een benchmark opgenomen voor operationele intelligentie binnen verschillende industrieën. Met deze benchmark kan iedere organisatie zijn huidige status afzetten tegen concullega’s en een beeld krijgen van hoe de operationele intelligentie te verbeteren valt.