Zelfregulering noodzakelijk voor technologische vooruitgang
29 januari 2016 -
Diana Janssen, directeur van brancheorganisatie voor data-driven marketing DDMA en voorzitter van de Europese FEDMA, sprak in Brussel op de Dag van de Privacy over de noodzaak tot zelfregulering voor het bedrijfsleven.
Volgens Janssen geeft de nieuwe Europese privacywet bedrijven weinig handvatten bij de implementatie van nieuwe technologieën. "Als Brussel technologische vooruitgang belangrijk vindt, moet zij zelfregulering omarmen en stimuleren."
Europese privacywet
De nieuwe Europese privacywet, waarover afgelopen december een akkoord werd bereikt, wordt positief ontvangen door brancheorganisatie DDMA. Het akkoord moet vanaf 2018 namelijk gaan zorgen voor een gelijk speelveld en minder bureaucreatie, met een betere concurrentiepositie voor Nederlandse bedrijven als resultaat, aldus Janssen. "Maar de technologische ontwikkelingen gaan op dit moment zo snel - op het World Economic Forum werd over niets anders gesproken - dat is simpelweg niet bij te houden door wetgeving."
Rem op innovatie
Als gevolg van de technologische ontwikkelingen verandert het gedrag van consumenten. Janssen: "Bedrijven willen daarin mee. Iedere zichzelf respecterende organisatie zet de stap naar een datastrategie. Dat heeft een enorme impact op businessmodellen en consumentenvertrouwen. AirBnB heeft geen gebouwen en Uber geen auto’s, maar ze hebben wel data. Slimme sensoren en zelfrijdende auto’s kennen elk hun eigen privacy-issues. Als straks alles verbonden is met het internet en er overal data is, wat zijn dan de gevolgen voor de bescherming van persoonsgegevens?"
Die onduidelijkheid is een rem op innovatie, aldus Janssen. "Bedrijven willen weten hoe zij de consumenten mogen bereiken. Bij elk technologisch stapje, bijvoorbeeld het integreren van WhatsApp in de klantservice, vragen bedrijven zich nu af wat wel en niet mag. Onzekerheid is een barrière voor vooruitgang en privacy compliance. Zelfregulering en gedragscodes zoals we die nu al hebben voor e-mail en social media bieden wel duidelijkheid en beleidsmakers zouden dergelijke initiatieven veel meer moeten omarmen. Nederland moet hier een voortrekkersrol vervullen, als voorzitter van de EU, als polderaar en als land dat innovatie én privacy hoog in het vaandel heeft staan."
Consument aan de knoppen
Nu de rol van data groter wordt, is respect voor privacy belangrijker dan ooit. De DDMA-directeur erkent dat datagebruik soms weerstand oproept en geeft aan dat bedrijven niet alleen naar Brussel moeten kijken. "Bedrijven moeten zelf de handschoen opnemen en gewoon duidelijk zijn naar consumenten. Consumenten hebben het recht te weten wat bedrijven met hun gegevens doen en hoe zij zelf invloed uit kunnen oefenen op dit proces. Uit een peiling van DDMA onder ruim 100 marketeers blijkt dat privacy inmiddels bij driekwart van de bedrijven een belangrijk thema is. Een goede ontwikkeling, want de digitale economie is gebaseerd op vertrouwen: respect voor privacy is daarbij van groot belang."
Om verantwoord gebruik van data te stimuleren, is het van belang dat er meer inzicht is in hoe consumenten zelf tegenover het gebruik van persoonsgegevens staan. Daarom is brancheorganisatie DDMA op dit moment bezig met een groot onderzoek naar de beleving van privacy door consumenten. De resultaten van dit onderzoek worden naar verwachting in maart 2016 gepubliceerd.