Liefdesbewijs op social media haalt partneralimentatie onderuit
6 januari 2016 -
Als uw ex-partner een nieuwe liefde heeft, kan dit leiden tot een einde van een bestaande alimentatieverplichting indien voldaan wordt aan bepaalde, strenge voorwaarden. De bewijslast hiervan rust op de onderhoudsplichtige ex-partner.
Vaak wordt een recherchebureau ingeschakeld voor het verzamelen van het bewijsmateriaal. In toenemende mate worden ook berichten die verspreid zijn via social media aangedragen als onderdeel van het bewijs van de nieuwe relatie èn als zodanig ook door de rechter aangenomen. Lonneke Timmermans, partner bij advocatenkantoor SmeetsGijbels, adviseert haar cliënten in toenemende mate hier alert op te zijn en zorgvuldig mee om te gaan, wanneer het de onderhoudsgerechtigde ex-partner betreft. Ook de posts van de nieuwe partner, vrienden en kinderen kunnen in een procedure als geldend bewijs worden aangevoerd.
Ex-partners op social media
Ex-partners kunnen elkaar het leven na een echtscheiding behoorlijk zuur maken met de verschuldigde partneralimentatie als belangrijk middel. Velen weten echter niet van het bestaan van een wetsartikel af, dat het onder bepaalde voorwaarden mogelijk maakt om tot een einde van de partneralimentatieverplichting te komen. Rechters accepteren hiertoe berichten op social media als geldig bewijsmateriaal. ‘Lekker koffiegedronken met mijn lief’ wordt tot geldend bewijs van het bestaan van een relatie gerekend, in elk geval op de datum van de publicatie. Ook ‘heeft een relatie met...’ is glashelder bewijs, waar geen speld tussen te krijgen is.
Dit geldt niet alleen voor posts van ex-partners – die op Facebook binnenkort de optie krijgen om hun ex te verbergen – maar ook voor post van de nieuwe partner, vrienden, kinderen en anderen. Voornamelijk kinderen delen langdurig en regelmatig hun eigen leven (en dat van hun ouders en nieuwe partners) op sociale media. Hun posts en foto’s kunnen belastend materiaal bevatten van ouders en nieuwe partners.
Wat geldt als bewijs?
‘Wat niet?’ De bewijsvoering kan niet creatief genoeg zijn. Aantonen dat een ex-partner te weinig water verbruikt, doordat die veel tijd in het huis van de nieuwe relatie doorbrengt of een bonnetje van konijnenvoer, terwijl de ex-partner of kinderen geen huisdieren hebben, worden tot geldig bewijs gerekend. Ook het uitwissen van sleutels of het samen runnen van een bedrijf kan tegen de partneralimentatieregeling werken.
Social media maakt het aanvoeren van bewijzen nog makkelijker. Denk aan een foto waarop de ex-partner en diens nieuwe partner samen gezellig de hond uitlaten, een check-in op Schiphol voor een reis met de nieuwe partner of een bedankje van de kinderen aan de nieuwe partner voor het wegbrengen naar school. Deze op het eerste gezicht onschuldige posts ondersteunen het intrekken van de partneralimentatie. Mocht er onterecht beroep worden gedaan op partneralimentatie, dan kan het dus geen kwaad om social media goed in de gaten te houden.
Partneralimentatie volgens de wet
Artikel 1:160 uit het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de verplichting om in het levensonderhoud van een ex-partner te voorzien van rechtswege definitief eindigt wanneer deze ex-partner opnieuw trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat, dan wel is gaan samenwonen met een nieuwe partner "als waren zij gehuwd’. Iedereen die partneralimentatie betaalt, kan beroep doen op dit artikel. Het bestaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap is eenvoudig aan te tonen; bij de gemeente kan een uittreksel worden opgevraagd van de ex-partner met de vermelding van de burgerlijke staat. Bij een samenwonen met een nieuwe partner als waren zij gehuwd ligt dit minder eenvoudig. In de rechtspraak is uitgemaakt aan welke strenge voorwaarden moet zijn voldaan wil een rechter aannemen dat sprake is van een samenleven als waren zij gehuwd. Als eenmaal vaststaat dat sprake is van een samenleven als waren men gehuwd, eindigt de alimentatieverplichting van de onderhoudsplichtige definitief en kan deze niet meer herleven.
Belangrijke voorwaarden
Juist vanwege deze verstrekkende gevolgen gelden er strenge voorwaarden. Om een streep te zetten onder de partneralimentatie, dient er sprake te zijn van een affectieve relatie die duurzaam is, samenwonen, het voeren van een gemeenschappelijke huishouding en het wederzijds verzorgen door de partners. Ook al hebben de ex en de nieuwe partner beiden een eigen woning, dan kan er toch sprake zijn van samenwonen en het voeren van een gezamenlijke huishouding. Het bijdragen in de kosten van een gezamenlijke huishouding valt hier bijvoorbeeld ook onder, maar ook het gezamenlijk doen van boodschappen, het uitlaten van de hond, verzorgen van de kinderen, onderhoud van de tuin, enzovoorts.
Vaak nemen scheidende echtgenoten in hun echtscheidingsconvenant afspraken op over de mogelijkheid van samenwonen van de onderhoudsgerechtigde echtgenoot met een nieuwe partner en de gevolgen hiervan voor de alimentatie; een zogenaamd proefsamenlevingsbeding. Een ex-partner is in zo’n situatie veelal verplicht om de andere ex-partner te informeren dat hij of zij een nieuwe partner heeft of het voornemen heeft om te gaan samenwonen. Wordt aan deze voorwaarde niet voldaan, dan geldt het bepaalde in artikel 1:160 BW onverkort. Indien in een procedure wordt aangenomen dat de alimentatieverplichting met ingang van een datum in het verleden is geëindigd, dan zal dit ertoe leiden dat de na deze datum betaalde alimentatie als onverschuldigd kan worden teruggevorderd. Overigens is het wel zo dat als de nieuwe partner nog getrouwd is, er geen beroep kan worden gedaan op artikel 1:160 BW.
In het wetsvoorstel Herziening partneralimentatie staat opgenomen dat artikel 1:160 BW komt te vervallen. Indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen, betekent dit dat een nieuwe relatie niet meer van invloed is op het bestaan van de partneralimentatieverplichting. Zo ver is het nog niet en op dit moment is het dus nog oppassen geblazen.