Buiten kortetermijnopdrachten, verwachten multinationals een toename in permanente overplaatsingen (54 procent), ontwikkelings- en trainingsopdrachten (50 procent) en lokaal geworven buitenlanders (47 procent). Ellen van Arenthals, expat consultant bij Mercer: "Multinationals maken steeds vaker gebruik van kortetermijnopdrachten voor expats. Hierdoor kunnen ze flexibel reageren op veranderende bedrijfsomstandigheden en ze omzeilen hiermee belangrijke hindernissen: het meebrengen van gezin of partner en de kosten van een verhuizing die hierbij gepaard gaan." 35 procent van de respondenten gaf aan dat familieomstandigheden en de carrière van de partner (‘dual career’) een groot tot zeer groot obstakel zijn bij internationale arbeidsmobiliteit. Van Arenthals wijst erop dat korte opdrachten wel compliance-uitdagingen met zich meebrengen: "Het is belangrijk dat bedrijven deze medewerkers zorgvuldig monitoren in verband met belasting, sociale zekerheid en immigratie. Dit nalaten kan anders voor beide partijen forse juridische en financiële consequenties hebben."
Iets meer vrouwelijke expats
Het aandeel vrouwelijke expats is wereldwijd met een gemiddelde participatie van vijftien procent iets toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren (twaalf procent in 2013 en negen procent in 2010). Met name 36 tot 55-jarigen hebben langetermijnopdrachten (66 procent), terwijl medewerkers onder de 35 jaar vaker kortetermijnopdrachten hebben (gestegen van 45 procent in 2013 naar 48 procent in 2015). Met een gemiddeld aandeel van tien procent en zeven procent in respectievelijk de langdurige en de kortdurende opdrachten, is de leeftijdscategorie 55+ ondervertegenwoordigd in internationale mobiliteit.
Meer behoefte aan strategische functies
Uit het onderzoekt komt naar voren dat 57 procent van de bedrijven verwacht dat het aantal belangrijke of strategische opdrachten zal stijgen, 51 procent ziet met name meer ruimte voor jonge werknemers en 41 procent verwacht meer opdrachten in ver weg gelegen locaties. De meeste opdrachten worden verwacht in de Verenigde Staten, China, het Verenigd Koninkrijk, Singapore en Brazilië.
Wereldwijd heeft 85 procent van de bedrijven een beleid voor internationale opdrachten (gestegen van 81 procent in 2012). Het rapport laat ook een duidelijke stijging zien in bedrijven met meervoudig beleid (64 procent, gestegen van 57 procent), een gevolg van de trend van grotere variatie in soorten opdrachten. "Het is niet waarschijnlijk dat één beleid voldoet voor iedereen, en het resultaat van zo'n beperkte benadering is dat medewerkers vaak onjuist worden beloond. Het invoeren van passend beleid, dat geschikt is voor verschillende soorten medewerkers en opdrachten, kan een zeer efficiënt en kostenbesparend initiatief zijn voor de meeste wereldwijde mobiliteitsfuncties," aldus Van Arenthals.
Top vijf belangrijkste redenen voor internationale opdrachten:
1. Ontbreken van specifieke technische vaardigheden ter plaatse (47 procent)
2. Zorgen voor kennisoverdracht (43 procent)
3. Leveren van specifieke managementvaardigheden
4. Faciliteren van ‘loopbaanmanagement en leiderschapsontwikkeling (41 procent)
5. Invullen van specifieke projectbehoeften (40 procent)