Gemiddelde dekkingsgraad pensioenfondsen gestegen naar 102 procent
9 november 2015 -
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in de maand oktober met drie procentpunt gestegen van 99 procent naar 102 procent. Belangrijkste oorzaken van de stijging zijn de positieve rendementen op aandelen en op vastgoed.
De beleidsdekkingsgraad, die gebaseerd is op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden en die leidend is voor kortingen of indexatie, bleef in de maand oktober gelijk op 105 procent. Hiermee is nog net geen sprake van een dekkingstekort en is er ook nog geen direct gevaar op pensioenkortingen. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt.
Rentedaling zorgt voor hogere waardering verplichtingen
De rente daalde licht in oktober. Voor korte looptijden is de rente nu voor het eerst negatief. Ook de Ultimate Forward Rate (UFR), die bepalend is voor lange looptijden, is gedaald van 3,3 procent naar 3,2 procent. Bij een lagere rente moeten pensioenfondsen hun verplichtingen zwaarder waarderen en daalt de dekkingsgraad. In oktober was deze daling circa een procent.
Vermogen toegenomen
De rentedaling leidt ook tot een hogere waardering van obligaties. De daling van de UFR heeft hier echter geen invloed op. Dat de dekkingsgraad is gestegen, is dan ook vooral te danken aan sterke rendementen op aandelen en vastgoed.
Het gedeeltelijke herstel van de wereldwijde aandelenmarkten volgt na een aantal maanden van forse aandelenverliezen. Per saldo won het gemiddelde pensioenfonds in oktober negen procent op de aandelenportefeuille. Ook de vastgoedportefeuille steeg sterk in waarde door een rendement van circa negen procent.
De waarde van de totale beleggingsportefeuille nam in oktober met vier procent toe.
