17 september 2015 -
Wat zijn de oorzaken van de ongelijkheid waar vrouwen in de wetenschap mee te maken hebben en tegen welke beperkingen lopen zij op in hun professionele carrière?
Die vragen werden beantwoord tijdens een persconferentie van de Fondation L'Oréal over #ChangeTheNumbers. Daarbij werden de resultaten onthuld van internationaal onderzoek in samenwerking met Opinion Way. David Macdonald, Directeur Filantropie van For Women in Science, benadrukte tijdens de persconferentie dat men over het algemeen niet beseft hoe diep de vooroordelen nog zijn geworteld, in deze tijd waarin slechts 30 procent van alle onderzoekers een vrouw is.
Persoonlijke ervaringen
Om meer informatie aan dit onderzoek toe te voegen, heeft de Fondation L’Oréal ook onderzocht wat de persoonlijke ervaringen zijn van de vrouwelijke wetenschappers die door deze stichting zijn beloond met een prijs of een beurs. Zo had de stichting de eer om Elizabeth Blackburn, winnares van de L’Oréal-UNESCO For Women in Science Prijs en van de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde 2009, te mogen ontvangen in de hoedanigheid van woordvoerster over dit onderwerp. Zij vertelde hierover: "Zelf heb ik tijdens mijn hele carrière tegen vooroordelen moeten vechten. Het lijkt me nu van groot belang om deel te nemen aan deze beweging om percepties duurzaam te veranderen."
Vooroordelen diep geworteld
David Macdonald benadrukt: "Dit onderzoek onthult dat 67 procent van de Europeanen vindt dat vrouwen niet de vereiste capaciteiten bezitten om hoge wetenschappelijke functies te bekleden. Slechts tien procent van de ondervraagden vindt trouwens dat vrouwen juist wel de capaciteiten hebben voor de wetenschap."
Vrouwen zouden de volgende tekortkomingen hebben: te weinig doorzettingsvermogen, logisch denkvermogen, praktisch denkvermogen, scherpte, wetenschappelijk denkvermogen en analytisch denkvermogen.
Wezenlijke onderschatting
Hoewel de vooroordelen erg hardnekkig zijn, is het wel interessant om te constateren dat de ondervraagden denken dat veel meer vrouwen wetenschappelijk werk doen dan in werkelijkheid het geval is.
Op de vraag of zij bekende wetenschappers kunnen noemen, ongeacht geslacht, noemt 71 procent van de ondervraagden een mannennaam en 33 procent een vrouwennaam, waarbij in Frankrijk Marie Curie de enige vrouw is die men kan bedenken.
Sociaal wenselijke verandering
De maatschappij is zich bewust van de beperkingen waar vrouwen in de wetenschap tegenaan lopen en die hun ontwikkeling in de weg staan: 49 procent denkt dat vrouwen worden geremd door culturele factoren, 43 procent denkt dat ze worden geremd door mannen en 40 procent denkt dat ze werden geremd door hun management.
Nog veel meer Europeanen, namelijk 59 procent, is van mening dat de toename van vrouwen in wetenschappelijke functies te traag gaat: van 26 procent in 2000 naar slechts 29 procent in 2010. Voor wat betreft het percentage wetenschappelijke Nobelprijzen dat is toegekend aan vrouwen - slechts drie procent - zou 63 procent willen dat dit verandert in een 50/50-verdeling.