9 april 2015 -
De aanhoudende lage spaarrente betekent veelal een belastingdruk op rente van meer dan 100 procent. Zo'n 1,8 miljoen huishoudens betalen volgens cijfers van het Centraal Planbureau deze belasting over spaargeld.
Op vrijdag 3 april j.l. heeft de hoogste Nederlandse rechter geopperd dat deze heffing mogelijk onrechtmatig is. Bezwaarportaal.nl verwacht nu een enorme stroom bezwaarschriften.
Bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel op 1 januari 2001 werd aangenomen dat belastingplichtigen een gemiddelde rente kunnen bijschrijven op hun spaarrekening van vier procent. Over dit in de wet opgenomen veronderstelde rendement wordt vervolgens 30 procent belasting betaald. Al vele jaren blijkt dat de gemiddelde rente fors lager is dan vier procent.
Uitspraak Hoge Raad
Coen Mijnsbergen, belastingadviseur en redacteur van Bezwaarportaal, licht toe: "De Hoge Raad concludeert eerst dat het huidige belastingstelsel toelaatbaar is. Vervolgens voegt de Hoge Raad daar echter aan toe dat dit stelsel in strijd kan komen met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) indien zou komen vast te staan dat het door de wetgever veronderstelde rendement van vier percent over een lange reeks van jaren niet haalbaar is. Bij het huidige belastingtarief van 30 procent zou een belastingplichtige als gevolg hiervan geconfronteerd kunnen worden met een buitensporig zware last en daarmee wordt artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM geschonden. U kunt deze toevoeging zien als een waarschuwing aan de wetgever, een aankondiging van een mogelijke uitkomst van een procedure".
Massale stroom bezwaarschriften
Mijnsbergen verwacht dat belastingplichtigen nu massaal bezwaar zullen gaan maken tegen de heffing op spaargeld. Mijnsbergen: "Over alle jaren dat een belastingaanslag nog niet definitief vaststaat kan alsnog gemotiveerd bezwaar worden aangetekend," stelt Roel Mariën, directeur van Bezwaarportaal.
Aanpassing forfaitair rendement: politiek heet hangijzer
De aanpassing van het forfaitair rendement is politiek een heet hangijzer. In juni 2013 constateerde de commissie Van Dijkhuizen nog dat het feitelijke rendement sinds de invoering van het belastingstelsel fors is achtergebleven bij het forfaitaire rendement van vier procent. De commissie stelde voor het forfaitaire rendement jaarlijks aan te passen aan de gemiddelde spaarrente over de afgelopen vijf jaren. Daarmee zou belasting worden geheven over een reëel rendement.
Staatssecretaris Weekers liet eerder al weten het probleem van het forfaitaire rendement te onderkennen en de onvrede bij spaarders te begrijpen. Vanwege budgettaire redenen werd tot op heden afgezien van een verlaging van het forfait. Het is nu wachten of en hoe het Ministerie van Financiën zal reageren op de recente uitspraak van de Hoge Raad. Voor belastingaanslagen die nu worden opgelegd blijft het van belang om bezwaar te maken.