8 april 2015 -
Waardevolle spullen houden we graag dicht bij ons. Het liefst waken we er zelf over en we moeten er niet aan denken om ze uit handen te geven. Dat is voor de opslag van data binnen veel organisaties niet anders. Een veilig en optimaal ingericht datacenter is onmisbaar in het digitale tijdperk.
Maar een datacenter op de eigen locatie en in eigen beheer, kent ook risico’s. Denk bijvoorbeeld aan de veiligheid, maar ook de continuïteit en de flexibiliteit van het databeheer. Met een eigen datacenter hebben organisaties dat niet altijd in de hand. Het overbrengen van het eigen datacenter naar een externe locatie, kan een flexibele en betrouwbare oplossing zijn. De beschikbaarheid van de data is dan continu gegarandeerd en brandveiligheid, koeling en stroomvoorziening zijn bovendien niet langer de zorg van de organisatie zelf.
Limiet aan de stoppenkast
Het stroomverbruik van een inpandige serverruimte of eigen datacenter is hoog. Belangrijk aspect daarbij is dat de stroomtoevoer toereikend is en blijft. Zeker wanneer een datacenter in de loop der jaren uitbreidt en onderdelen worden vervangen, kan het zijn dat op een bepaald moment een limiet wordt bereikt ten aanzien van de stroomtoevoer. "Niet elke stoppenkast is tot in lengte van dagen uit te bouwen en het brengt bovendien enorme investeringen met zich mee," licht Rick van Schaik, VP Cloud Services bij KPN Zakelijke Markt, toe. De noodzaak van uitbreiding van het datacenter kan voor organisaties een overweging zijn om de servers op een andere locatie onder te brengen, waar de stroomvoorziening te allen tijde toereikend is.
Kostbare bedrijfsruimte beter inzetten
Niet alle ruimten in een bedrijfspand zijn geschikt voor het onderbrengen van de servers. Om de apparatuur goed en veilig onder te brengen, zijn sowieso bouwkundige aanpassingen nodig. Verder neemt een beetje serverruimte al snel tussen de twintig en 50 vierkante meter in. "Dat is kostbare oppervlakte die veel organisaties beter kunnen gebruiken om hun personeel van een prettige werkplek te voorzien. Waarom zou u dure bedrijfsoppervlakte op een A-locatie gebruiken om servers te herbergen," aldus Van Schaik. Een voordeliger alternatief in een extern datacenter is dan veel aantrekkelijker.
Koelsystemen
De apparatuur in een datacenter is extreem temperatuurgevoelig, terwijl
de warmte die vrijkomt per rack ook erg hoog is, zo’n 3.000 Watt. Dat is te vergelijken met de warmte die vrijkomt van een elektrische straalkachel. Een optimale klimaatbeheersing is daarom voor een datacenter onontbeerlijk. Bij het uitvallen van de koeling kan de temperatuur in tien minuten tijd oplopen van 22 naar 50 graden Celsius. In dertig minuten tijd is dat al zo’n 70 graden Celsius, met alle gevolgen van dien voor de apparatuur. Met een noodstroomvoorziening kunnen de koelsystemen in bedrijf blijven en kan veel schade worden voorkomen.
(Bijna-)rampen maken alert
Organisaties zien vaak geen directe noodzaak voor het migreren van een inpandig datacenter naar een externe locatie, totdat het een keer bijna misgaat. Of erger nog, écht misgaat. "Met name bij incidenten die de continuïteit van de diensten in het gedrang brengen, worden organisaties aan het denken gezet," vertelt Van Schaik. Om zich te behoeden voor een soortgelijk voorval, is dat dan vaak het moment om de balans op te maken en te bezien in hoeverre de systemen nog toereikend zijn en of hausses in dataverkeer nog wel voldoende kunnen worden opgevangen.
Slimme handen en ogen
Binnen een organisatie zijn er vaak slechts enkele ICT-medewerkers die toegang hebben tot het eigen datacenter. Zij zijn de specialisten die het eigen datacenter op hun duimpje kennen en precies weten hoe ze alles up en running kunnen houden. Toch kan het voorkomen dat er door onvoorziene omstandigheden even te weinig handen en ogen zijn die de continuïteit van de ICT kunnen waarborgen. Het inhuren van extra smart hands and eyes in een extern datacenter, waar de eigen apparatuur is ondergebracht, kan dergelijke hiaten in beschikbaarheid van het eigen personeel opvangen of aanvullen.
Om kwaliteit te waarborgen, zeker te zijn van maximale veiligheid en te kunnen vertrouwen op continue beschikbaarheid van data, is een datacenter een slimme, flexibele en eigentijdse oplossing. Toch twijfelen organisaties over het moment waarop ze daadwerkelijk moeten kiezen voor migratie of ze zien op tegen de feitelijke verhuizing. "Onnodig," zegt Van Schaik. "In de praktijk kan dat betekenen dat er vrijdagmiddag een verhuiswagen voorrijdt en dat op maandagochtend het hele eigen serverpark operationeel is vanuit het nieuwe externe datacenter. Dit is een zorgeloos, schaalbaar en kostenreducerend alternatief voor de invulling van databeheer van de toekomst."
