Ontslag op staande voet: belangrijke wijzigingen per 1 juli 2015
3 maart 2015 -
In het ontslagrecht gaat per 1 juli 2015 als gevolg van de Wet Werk en Zekerheid veel veranderen. Belangrijke wijzigingen betreffen de verplichte ontslagroute (ontslag via het UWV voor bedrijfseconomisch ontslag en via de kantonrechter voor andere ontslagredenen) en de invoering van de transitievergoeding.
Ook ten aanzien van een ontslag op staande voet (een per direct gegeven ontslag vanwege een ‘dringende reden’, zoals diefstal, fraude, geweld) gaat veel veranderen. Ontslagspecialist.nl legt uit.
De huidige situatie
Als een werknemer vóór 1 juli 2015 op staande voet wordt ontslagen, kan hij via een simpel briefje (of e-mail) de vernietiging van het ontslag inroepen. De werknemer heeft daarvoor zes maanden de tijd na het gekregen ontslag. Als de werkgever voet bij stuk houdt en het loon niet meer betaalt, kan werknemer in een procedure bij de rechter loondoorbetaling en wedertewerkstelling vorderen. Er geldt geen dwingende termijn waarbinnen die procedure moet worden gestart.
Na 1 juli 2015: korte fatale termijn
Na 1 juli 2015 vervalt de mogelijkheid om via een schrijven de vernietiging van ontslag in te roepen. De werknemer die het niet eens is met zijn ontslag op staande voet moet vernietiging verzoeken in een procedure bij de kantonrechter. En dat dient snel te gebeuren! Werknemer moet dat doen binnen twee maanden na het ontslag op staande voet. Is hij te laat, dan valt er aan het ontslag op staande voet niets meer te doen. Te lang stil zitten is dus fataal!
Alternatief: de schadevordering
De korte fatale termijn van twee maanden geldt ook als de werknemer geen hervatting van de arbeidsovereenkomst wil, maar een schadevergoeding. Tot 1 juli 2015 kan werknemer de inkomsten vorderen die hij misloopt doordat werkgever per direct de arbeidsrelatie heeft opgezegd in plaats van de voor werkgever geldende opzegtermijn in acht te nemen. Daarnaast kan de werknemer aan de kantonrechter een vergoeding verzoeken op basis van een ‘kennelijk onredelijk ontslag’. Na 1 juli 2015 bestaat de mogelijkheid voor een transitievergoeding (mits werknemer niet ernstig verwijtbaar is bij zijn ontslag), vergoeding van schade in verband met het niet in acht nemen van de opzegtermijn en een eventuele aanvullende – door de rechter te bepalen - billijke vergoeding.
Persoonlijk vindt ik dit voor een groot deel een slechte ontwikkeling, hoewel ik het wel eens ben met de tijdsberperking. Ik vrees dat sommige ''slechtere'' werkgevers hier misbruik van zullen maken als het gaat om medewerkers die krap bij kas zitten. Die zullen enorm tegen de kosten opzien en afzien van een kortgeding, wetende dat niet alle proceskosten verhaald zullen/kunnen worden.
Ik vind het ook een verslechtering dat ontslag op staande voet nog alleen maar via een procedure kan worden aangevochten. Dat is enkel en alleen in het belang van werkgevers. De beperking in tijd vind ik een redelijke aanpassing: je hoeft als werkgever niet na jaren nog geconfronteerd te worden met een aanvechting...
Willem
|
|
16
-
03
-
2015
|
19
:
32
uur
Wat veranderd voor de ZZP waar de opdrachtgever volgens het BBA nu een ontslagvergunning nodig heeft om te mogen opzeggen ?
En wat als de ontbindingsprocedure al meer dan een jaar loopt is er een overgangsregeling?
