NBBU: Overgangsregeling transitievergoeding biedt meer rechtszekerheid
25 februari 2015 -
De Nederlandse Bond van bemiddelings- en uitzendondernemers (NBBU) is gematigd positief over de overgangsregeling voor de transitievergoeding die minister Asscher (SZW) aan de Tweede Kamer bekend heeft gemaakt.
"De overgangsregeling biedt in elk geval meer rechtszekerheid en dus meer duidelijkheid voor werkgevers. Met deze duidelijkheid haalt de regeling de grootste onzekerheid uit het oorspronkelijke plan," zo vindt de brancheorganisatie voor flexondernemers.
Geen gezamenlijke oplossing
Afgelopen week konden werkgevers en vakbonden niet tot een gezamenlijke oplossing komen voor de transitievergoeding en lag het initiatief bij de minister. De NBBU ziet de oplossing van de minister als een compromis. "Dit is een redelijke route om de werking van de transitievergoeding te verzachten," aldus de brancheorganisatie. "Toch zal onze achterban nog wel veelvuldig met de vergoeding te maken krijgen. Het blijft voor ons wrang dat bij uitstek uitzendondernemingen die er juíst belang bij hebben mensen te plaatsen, zelf te maken krijgen met de transitievergoeding."
Verzachte vergoeding
Werknemers die twee jaar of langer in dienst zijn, hebben vanaf 1 juli 2015 recht op een transitievergoeding als hun contract eindigt op initiatief van de werkgever. Door de overgangsregeling telt alleen nog het arbeidsverleden vanaf 1 juli 2012 – met de onderbrekingstermijn van korter dan zes maanden – mee voor de transitievergoeding. In de periode van vóór 1 juli 2012 geldt een onderbrekingstermijn van drie maanden. In het oorspronkelijke plan was er sprake van een onderbrekingstermijn van zes maanden over het gehele arbeidsverleden, ongeacht hoe lang dit zou teruggaan in de tijd.
Duidelijkheid
De NBBU is verder erg tevreden dat de minister een formulering in de wet heeft verduidelijkt. In de oorspronkelijke tekst stond dat de transitievergoeding betaald moet worden als de werkgever de werknemer niet ‘aansluitend’ een contract zou aanbieden. Het woord aansluitend is nu nader gedefinieerd: de transitievergoeding hoeft niet direct betaald te worden als de werkgever de werknemer de garantie biedt dat hij of zij binnen zes maanden weer aan de slag kan. Hierdoor sluit de bepaling nu meer aan op de praktijk in de uitzendbranche.