Bestuursvoorzitters minder optimistisch over groei wereldeconomie
22 januari 2015 -
Het aantal CEO's dat vertrouwen heeft in een aantrekkende wereldeconomie in de komende twaalf maanden is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. 37 procent heeft vertrouwen in de economie, tegenover 44 procent in 2014.
In 2014 voorspelde slechts zeven procent van de CEO's economische achteruitgang, nu is dat meer dan verdubbeld naar zeventien procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse CEO Survey van PwC onder 1.322 bestuursvoorzitters in 77 landen, waaronder Nederland.
Europese CEO's
Van de CEO's in West-Europa is slechts 30 procent optimistisch, hetgeen samenhangt met de stagnerende economische groei in de Eurozone. Volgens hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen van PwC is het hoogtijd voor een nieuwe bazooka. "De big bazooka van Mario Draghi heeft goed gewerkt om de kalmte in de Eurozone te herstellen, maar het effect begint uit te werken. De verwachting is dat de ECB donderdag zal overgaan tot kwantitatieve verruiming. In elk geval zullen vooral helderheid en vastberadenheid gunstig zijn voor vertrouwen. Verruiming is ook goed voor de bankbalansen, maar kapitaal is het probleem niet in Europa. Het probleem is dat er te weinig investeringskansen zijn met een gunstig risico-rendement verhouding. Er is een gebrek aan interessant groeipotentieel, iets dat de VS en China nog steeds wel hebben."
Europa geen groeimotor
Dat beeld wordt bevestigd door de ondervraagde CEO's. De VS wordt als meest cruciaal gezien om wereldwijd groei te realiseren. Daarmee lost de VS China af, dat de afgelopen vijf jaar als belangrijkste groeimotor werd gezien. Na de VS en China geldt Duitsland - op gepaste afstand - als belangrijkste motor voor groei. Velthuijsen: "Je kunt de Europese bankbalansen oppompen tot je een ons weegt, maar als de transmissie naar meer bestedingen door consumenten en bedrijven niet werkt, zal het economische effect gering zijn." Volgens Velthuijsen is het vertrouwen in instituties momenteel op een dieptepunt. "En dat remt de bestedingen door consumenten en investeerders. Politiek en bedrijfsleven geven niet direct de indruk dat ze weten hoe ze dat vertrouwen moeten herstellen. En dat moeten ze zich dus wel snel bedenken."
Volgens Velthuijsen vraagt dit om een eenduidige gecoördineerde beleidsvisie. "Thema's als energie, milieu, onderwijs, arbeidsmarkt, innovatie en veiligheid zouden de doorstartagenda van de Europese Commissie moeten beheersen. Europa is netto-importeur van zowat alles. Denk aan voedsel, grondstoffen en energie. Daarnaast kennen we in Europa verstarde structuren op de arbeidsmarkt, woningmarkt, zorgmarkten. Om concurrerend te blijven moeten Europese bestuurders eensgezindheid en doortastendheid tonen en doorpakken. Sinds Porter weten we dat een economie als een Phoenix kan herrijzen als zij in staat is om deze onvermijdelijke dilemma's te slechten, en dat vooruitzicht zou de motivatie moeten zijn."
Geloof in omzetgroei is stabiel
Het percentage bestuursvoorzitters dat denkt omzetgroei te realiseren blijft met 39 procent stabiel ten opzichte van vorig jaar. In de meeste West-Europese landen ligt het percentage iets onder het gemiddelde. Onder CEO's uit India is het geloof in omzetgroei het hoogst (62 procent), terwijl CEO's uit Rusland hun geloof in omzetgroei voor een groot deel zijn verloren (zestien procent). Russische CEO's behoorden vorig jaar nog tot de meest optimistische in de wereld. "Olieproducerende landen zijn nu kwetsbaar, met Rusland als goed voorbeeld," aldus Velthuijsen. "Daarentegen spinnen olie-importerende landen garen omdat de kosten voor consumenten en bedrijven dalen. Een olieprijsdaling vertaalt zich in de meeste landen tot economische groei."
Kopzorgen over stapeling aan regels
Op het lijstje met grootste zorgen prijken de stapeling van wet- en regelgeving (genoemd door 78 procent), gebrek aan gekwalificeerde personeel (73 procent) en het gebrek aan fiscale stabiliteit (72 procent). Andere kopzorgen zijn onder meer geopolitieke spanningen, cyber-bedreigingen en de snelheid waarmee technologische doorbraken elkaar opvolgen. Opvallende stijger is de angst onder CEO's dat er bedrijfsgegevens op straat komen te liggen.
