CAO-regeling ‘Doorwerkwet’ AOW’ers mogelijk in strijd met mensenrechten
10 november 2014 -
Doorwerkgever, de uitvoeringsorganisatie van de DoorwerkCAO, is ingenomen met de voorgestelde nieuwe Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd, die in lijn is met de in 2007 tot stand gekomen DoorwerkCAO.
Doorwerkgever plaatst vraagtekens bij de oplossing om vóór het ingaan van de wet op 1 januari 2016 de verruimde ketenbepaling bij CAO te regelen, omdat dit verboden leeftijdsdiscriminatie is. Daarnaast is het praktisch onhaalbaar om binnen bestaande CAO’s een regeling te treffen voor doorwerken na het pensioen.
Verboden leeftijdsdiscriminatie
Met het wetsvoorstel wordt het doorwerken na het pensioen wettelijk geregeld en erkend. Echter waar geen rekening mee lijkt te zijn gehouden is de toetsing door het College van de rechten van de mens.
"Een CAO biedt een arbeidsvoorwaardelijk kader voor alle werknemers. Op basis daarvan is ook de Ontzieregeling voor oudere medewerkers uit cao’s geschrapt. Het argument dat nu wordt gebruikt om de uitzonderingen voor AOW-gerechtigde werknemers uit de ‘Doorwerkwet’ op te nemen in de CAO is de sociale zekerheid die AOW’ers hebben. Dit is niet gerechtvaardigd. Het verrast ons dat het wetsvoorstel niet hieraan lijkt te zijn getoetst," aldus Sjaak van Heukelum, directeur van Doorwerkgever.
Toetsing ‘Doorwerkwet’ op mensenrechten
De verbazing van Doorwerkgever is gebaseerd op de uitspraak van het College in 2009. Destijds heeft het College de in 2008 ontstane DoorwerkCAO, die voor de sector vrijwillig doorwerken als doel heeft en voorziet in specifieke arbeidsvoorwaarden voor gepensioneerden, getoetst op verboden leeftijdsdiscriminatie. Het College stelde destijds vast dat de DoorwerkCAO -gezien de specifieke doelgroep van doorwerknemers- niet onrechtmatig handelt. Echter, het maken van een uitzonderingspositie voor AOW-gerechtigde medewerkers in een CAO voor alle medewerkers lijkt dit wel te zijn en daarmee dus strijdig met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Omdat dit oordeel afhangt van feiten en omstandigheden, moet dit worden getoetst.
Oproepkrachten
Daarnaast laat het wetsvoorstel onduidelijkheid bestaan over werknemers als oproepkracht. "Ondanks dat de optie, om de werknemers op basis van een oproepcontact aan een werkgever te verbinden wenselijk is gezien de toenemende behoefte aan flexkrachten en doorwerknemers, hebben wij de afgelopen jaren in de praktijk gezien dat de oproepconstructie ook wordt misbruikt. Werkgevers zetten oproepkrachten vaak structureel in zonder aan verdere verplichtingen vast te zitten. Daarnaast staat het haaks op de Wet Werk en Zekerheid. Dit hiaat moet worden voorkomen," aldus Van Heukelum.