17 september 2014 -
Het kabinet lijkt met haar verzoek aan de Sociaal Economische Raad (SER), om de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg in Nederland onder de loep te nemen, af te stevenen op een impasse. Het uitgebrachte SER-advies is verdeeld op vrijwel alle punten.
Er is geen sluitend antwoord op de gesignaleerde problematiek. Daarnaast bleek doorrekenen van de voorstellen tot stelselwijziging voor de SER onmogelijk, terwijl de opdracht van Minister Asscher was om een kostenneutraal advies te geven. "Typisch een rapport dat vanuit een ivoren toren is geschreven en heel weinig te maken heeft met de dagelijkse praktijk," aldus Marius Touwen directeur Zorg van de Zaak Netwerk B.V.
Toekomstbestendig model
Een toekomstbestendig model voor arbeidsgerelateerde zorg staat terecht hoog op de politieke agenda. Naast het rapport dat eind 2012 door de SER is uitgebracht en dat verschillende urgente knelpunten laat zien in het huidige systeem, hebben ook het onderzoeksjournalistieke programma Zembla en vakbondorganisatie FNV zich kritisch over de verzuimbranche uitgelaten. Zo zijn er problemen gesignaleerd rondom de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts en het onzorgvuldig omgaan met privacy- en medische gegevens. Verder wordt gememoreerd dat preventie en het voorkomen van beroepsziekten meer aandacht moet krijgen en dat de reguliere zorg meer kennis moet hebben van de factor arbeid.
Verbeteringen huidige stelsel
Zorg van de Zaak is van mening dat knelpunten met een actieprogramma binnen het huidige stelsel kunnen worden aangepakt. Voorbeelden zijn de mogelijkheid van een second opinion bij een andere bedrijfsarts/arbodienst en het instellen van een onafhankelijke Raad voor Bedrijfsartsen. Daarnaast biedt het opwaarderen van de certificeringeisen voor arbodiensten de mogelijkheid de kwaliteit nog verder te verbeteren. Zorg van de Zaak stelt de vakbonden verder voor in haar klachtencommissie deel te gaan nemen. Om gezamenlijk vanuit de praktijk verdere verbeteringen te realiseren.
De verbetering in de samenwerking tussen de reguliere zorgsector en bedrijfsartsen is niet eenvoudig met een stelselwijziging op te lossen. Dit zal door de professionals in de zorg- en arbosector gezamenlijk moeten worden opgepakt. Zorg van de Zaak deelt de visie van de SER dat een sectorgerichte aanpak effectief kan zijn. Deze oplossing verplichtend opleggen zou arbozorg weer terugwerpen in de jaren tachtig waar we juist van weg wilden.
Interne arbodiensten: ‘bezint eer ge begint’
Er zijn in Nederland verschillende goed draaiende interne arbodiensten. Daar staat tegenover dat bedrijven in de afgelopen 25 jaar hun eigen interne arbodiensten hebben opgeheven én ondergebracht bij externe gecertificeerde arbodiensten. Het bleek onmogelijk de kwaliteit, personele capaciteit en innovatie van deze interne arbodiensten up tot date te houden en de kosten te beheersen. In navolging hierop is het dus maar de vraag of organisaties interne arbodiensten als oplossing zien.
SER ziet belangrijk probleem niet
Verder is het onbegrijpelijk dat de SER de maatwerkregeling (artikel 14 Arbo-wet) onaangeroerd laat, terwijl dit een belangrijke veroorzaker is van het gebrek aan privacy en het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts. In deze maatwerkregeling ontbreekt namelijk een toereikend eigen kwaliteitssysteem van werkgevers met onafhankelijke externe audits. De goed werkende situaties daar gelaten, zorgt de maatwerkregeling nou juist voor uitwassen. De hele sector is daar inmiddels mee belast. En eigenlijk was dit de belangrijkste aanleiding voor het onderzoek van de SER.
