19 augustus 2014 -
In Nederland heeft ruim twintig procent in het afgelopen jaar een conflict gehad met een of meerdere collega’s (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden). Hoe kunt u samenwerken met collega’s als hun karakter u niet aanstaat?
Het is maar goed ook, dat er af en toe een conflict is. In ieder geval zijn er dan zaken die uitgesproken worden, al gebeurt dat soms op een manier die als vervelend wordt ervaren. Stel u voor dat er geen conflicten zouden zijn. Ontwikkelingen gaan nu eenmaal met groeistuipen gepaard. Dat is niet altijd leuk, maar kan wel leiden tot nieuwe en goeie dingen.
Lastige conflicten
Dat neemt niet weg dat er conflicten bestaan die lastig zijn en blijven. Zoals een medewerker die zich afvraagt of hij op deze werkplek wil blijven omdat zijn leidinggevende hem niet aanstaat. Of de medewerker die walgde van haar collega. "Diepgaande problemen met collega’s en/ of leidinggevenden gebeuren op alle lagen van een organisatie, in alle functies," aldus Gerrie Vogels van het Centrum voor OrganisatieOpstellingen. De prangende vraag is: wat is er aan de hand? Ofwel: waar heeft u last van? Een hulpmiddel daarbij is de vraag of het ‘m zit in de persoon, de functie of de taak. Vogels legt uit:
Persoon
Persoon: iemand heeft een eigen manier van doen waar u allergisch voor bent. Dat kan van alles zijn: de manier waarop iemand loopt, lacht, spreekt of zwijgt. De grapjes die hij leuk vindt of de hobby’s die hij heeft. In feite zegt een irritatie op de persoon niets over de ander, maar alles over uzelf. Wat maakt dat u deze last ervaart?
Dit item vraagt een moment voor uzelf in de spiegel, zelfreflectie en een antwoord op de vraag: kan en wil ik met deze persoon werken?' Misschien moet u daarvoor iets in uzelf overwinnen. Zo nee, dan moet u de consequenties daarvan aanvaarden.
Functie
Functie: U vindt de ander capabel voor zijn functie of juist niet. Iemand gedraagt zich naar zijn verantwoordelijkheden of niet. U zou willen dat u de functie had of het is voor u totaal overbodig dat deze functie er is. Of sterker nog: het belemmert u in uw doen en laten. De manier waarop de persoon op de functie terecht is gekomen klopt niet, er worden spelletjes gespeeld en dat heeft zijn weerslag.Hier gaat het om beleidsvragen: wat is het beleid van de organisatie ten aanzien van werving en selectie. Hoe zorgen we ervoor dat de juiste persoon op de juiste plek komt en in hoeverre zijn er ontwikkel-mogelijkheden.
Taak
Taak: Iemand heeft een taak en voert deze uit op een manier die klopt, of niet klopt. De medewerker die de kantjes er vanaf loopt, of (teveel) werk uit handen neemt van anderen. De leidinggevende die alles tot in detail controleert waardoor hij bewegingsruimte van de medewerkers minimaliseert en niet meer toe komt aan de eigen taken. De medewerker die niet handelt volgens de visie van de organisatie. De taak is te groot of te klein, met alle gevolgen van dien. Sowieso is het hier zaak om de persoon aan te spreken op zijn gedrag. Als dat onvoldoende resultaat heeft, zijn de verdere mogelijkheden afhankelijk van uw eigen positie binnen de organisatie."0
Helderheid
Voordat u een samenwerkingsprobleem persoonlijk maakt, onderzoek eerst wat er precies aan de hand is, stelt Vogels voor. "Een manier om dat de doen, is door middel van een zogenaamde OrganisatieOpstelling. Door helderheid in de situatie, is het probleem dikwijls al grotendeels opgelost. En wanneer dat niet (helemaal) het geval is, is de situatie nu gemakkelijker geworden omdat u door het inzicht weet wat u te doen staat."